Calciumgebrek in Loofhoutgewassen

Gewas: Loofhoutgewassen

Groep: gebreksziekten

Cornus alba 'Spaethii, links controle, rechts calciumgebrek
Hibiscus syriacus, links controle, rechts calciumgebrek
Hydrangea paniculata 'Grandiflora', links controle, rechts calciumgebrek
Hypericum 'Hidcote', links controle, rechts calciumgebrek

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Symptomen

Symptomen

Gebrek aan calcium uit zich in een duidelijk verminderde groei. Bij Hydrangea paniculata 'Grandiflora' sterven door calciumgebrek de groeipunten af gevolgd door uittlopen van de ogen in de oksels vanonder de bladeren. Gebrek aan calcium uit zich ook in kleinere en lichtere bladeren. Het blad van Cornus alba 'Spaethii' verkleurt in de herfst vroeger door calciumgebrek met een roodverkleuring van de randen van de bladeren aan de toppen. Het bladgedeelte tussen de nerven raakt dan opgebold met  eveneens een rood verkleuring.

Bladanalyses

Bladanalyses

Calciumgebrek uit zich grofweg bij een gehalte beneden 8,0 g per kg droge stof.

Voorkomen en genezen

Voorkomen en genezen

Calciumgebrek komt in gewassen vrijwel nooit voor, ook niet op zure gronden. Calcium of Ca heeft wel heel veel invloed op allerhande processen in de bodem.

Zo heeft calcium invloed op het bodemleven, afbraak van organische stof, het behoud van een goede bodemstructuur en de opname van andere voedingselementen. De hoeveelheid calcium of kalk in de grond wordt aangegeven met de pH waarde van de grond. Plantenwortels geven bij de opname van voedingstoffen onder andere H + ionen af die een verzurende werking hebben op de grond. Ook verdwijnt er jaarlijks calcium of kalk uit de grond door uitspoeling en door opname door de gewassen. Door allerhande processen in de bodem verzuurt de grond dus langzaam en daalt de pH waarde. Kalkmeststoffen zijn in staat H+deeltjes te binden, waardoor de pH weer stijgt of op peil blijft.

Op gronden met een lage pH is vaak ook weinig magnesium voor het gewas beschikbaar en treedt dus nogal eens magnesiumgebrek op. Molybdeen is bij een lage pH moeilijk opneembaar voor de gewassen. Op gronden met een zeer lage pH worden ijzer, mangaan en aluminium vrij gemaakt uit verbindingen waardoor gewassen vergiftigingsverschijnselen kunnen vertonen. Een hoge pH bemoeilijkt de opnamen van koper, borium, mangaan en ijzer. Bij een grondonderzoek wordt de pH van de grond bepaald en kan afhankelijk van grondsoort en teeltplan met een kalkbemesting de grond op de juiste pH waarde worden gebracht of gehouden.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â