Boriumgebrek in Suikerbieten

In suikerbieten komt boriumgebrek vooral voor in teelt op lichte gronden in combinatie met een droge zomer. Borium gebrek in suikerbieten wordt ook wel hartrot genoemd.

De jongste blaadjes vergelen, worden later zwart en sterven af. Op de bladstelen komen over dwarse streepjes voor en kurkachtige bruine vlekjes. De kop van de biet kan volledig wegrotten en hol worden. Het bladverlies wordt door de biet gecompenseerd door de vorming van nieuwe bladeren, die echter direct weer  de verschijnselen van B gebrek laten zien.  Aan het eind van de zomer kunnen de verschijnselen op grote schaal zichtbaar zijn in het gewas. In een doorgesneden biet zijn de vaatbundels van aangetaste planten verkleurd. Een tekort aan B kan tot een flinke opbrengstderving leiden.

Achtergrondinformatie over Borium

Borium of B is voor de plant van belang voor het vervoer van assimilaten in de plant en speelt een rol bij de celdeling. Boriumgebrek komt vooral voor op zandgonden en rivierkleigronden en vrijwel nooit op kleigronden.

Op lichte gronden spoelt borium gemakkelijk uit. Gebrek treedt vooral op in combinatie met een hoge pH. Op de meeste zandpercelen is de bodemvoorraad te laag. Voor de teelt van gevoelige gewassen is grondonderzoek op borium en een passende bemesting aan te raden.

Op zandgronden met een hoge pH grondonderzoek op borium laten uitvoeren en eventueel een B bemesting uitvoeren door middel van een bespuiting met 1 kg Borium.