Wintertarwe

De warmere winters zorgen voor betere overlevingskansen voor bladluizen die wintertarwe aantasten, zoals de bladluizen grote graanluis (Sitobion avenae), grootgrasluis (Metopolophium dirrhodum) en vogelkersluis (Rhopalosiphum padi [1] [2]. Bladluizen kunnen daarnaast ook een rol spelen in virusoverdracht, zoals bij het gerstevergelingsvirus.

Door een toename van warme en natte omstandhigehen zal naar verwachting het risico van schimmels voor wintertarwe toenemen. Het gaat dan om ziektes zoals bladseptoria (Septoria tritici) en verschillende Fusarium-soorten [1].

De droge zomers die verwacht worden kunnen juist weer zorgen voor een toename van ziektes als meeldauw. Het risico op ziektes neemt ook toe wanneer gewasresten slecht verteren doordat de grond niet bewerkt kan worden door te natte omstandigheden waardoor er voetziektes op gewasresten blijven zitten en in de volgende teelt het gewas infecteren [1] [2].