Gerstevergelingsvirus

Gewas: Wintertarwe en wintergerst

Wetenschappelijke naam: Barley yellow dwarf virus (BYDV)

Groep: Virussen

De verkleuring begint aan de toppen van de bladeren
Aantastingsbeeld in het gewas

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Gerstevergelingsvirus herken je aan geelverkleuring, die begint aan de top van het blad en zich verder verspreidt naar de basis. Het virus komt voor in tarwe en gerst.

Aangetaste planten stoelen sterk uit, blijven achter in groei en vormen minder aren.

Levenswijze

Levenswijze

Gerstevergelingsvirus is een persistent virus, dat overgebracht wordt door bladluizen. Vroeg gezaaide tarwe of gerst kan vooral in een relatief warme herfst besmet worden door invliegende bladluizen. De besmetting blijft in het najaar beperkt tot de geïnfecteerde planten en is in het gewas nog weinig opvallend. Vooral planten in de perceelsranden kunnen aangetast worden.

In het voorjaar, bij het stijgen van de temperaturen, wordt de ziekte in het veld verder verspreid. In een zachte winter in combinatie met een warm voorjaar is de kans op verdere verspreiding het grootst, omdat luizen in het gewas overwinteren en vanuit geïnfecteerde planten nog gezonde graanplanten besmetten. De aantasting wordt als haarden in het gewas zichtbaar. In gerst is de schade meestal beperkt, in tarwe kan een besmetting tot opbrengstderving leiden.

Maatregelen

Maatregelen

  • In de herfst niet te vroeg zaaien. Indien het gewas opkomt in november is er weinig activiteit meer van bladluizen en dus weinig kans op infectie.

  • Opslagplanten op graanpercelen zijn vaak de schakel, waarmee de ziekte de herfst overbrugt. Door netjes dorsen en voorkomen van opslag vermindert de infectiedruk.

  • In het voorjaar kan een bladluisbestrijding met een pyrethroïde worden uitgevoerd.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â