7.3 Referentiewaarden
Gewenste richting
Hoe lagere score op deze KPI hoe beter.
Benchmarks
Een voordehand liggend onderscheid is de type bedrijfsvoering: biologisch of gangbaar. Daarnaast is het interessanter om teelten met elkaar te vergelijken dan de totale bedrijfsscore, omdat type gewassen de hoofdmoot vormen voor verschillen in bedrijfsscore.
De gemiddelden en percentiel waarden op bedrijfsniveau van data uit pilots over teeltjaar 2023 zijn te vinden in onderstaande tabel. Let op, deze waarden zijn dus gebaseerd op slechts één jaar en een klein aantal regio’s.
| Percentielen | |||
| Gemid. | 25% | 50% | 75% |
MBP/ha | 2078 | 1055 | 1772 | 2775 |
Overschrijdingen/ha | 10.4 | 8.4 | 10.3 | 12.6 |
Technische haalbaare waarden
Voor een gangbaar bedrijf is het niet aannemelijk dat er geen gewasbeschermingsmiddelen gebruikt worden. Terwijl dit bij biologische bedrijven vaak wel zo is. Daarnaast maakt het enorm uit welke gewassen er geteeld worden op een bedrijf. Daarom zouden flexibele drempelwaarden op bedrijfsniveau de voorkeur hebben. Waarbij een lijst opgesteld wordt met drempelwaarden per gewas. Daar wordt gekeken naar het aantal overschrijdingen van 100 MBP per gewas: Een bedrijf kan dus best wat MBP halen, zonder overschrijdingen. De drempelwaarde op bedrijfsniveau van een bedrijf wordt vervolgens bepaald aan de hand van het areaal per gewas dat er geteeld wordt.
De best mogelijke prestatie is 0 overschrijdingen van 100 MBP, dit is de best mogelijke technische streefwaarde.
Drempel en streefwaarden doelbereik
Uitvoeringsprogramma Toekomstvisie gewasbescherming 2030 (Nagenoeg zonder emissies naar het milieu en vrijwel zonder residuen op producten): nationale schaal, lastig concreet te vertalen naar bedrijfsniveau maar stuurt wel in dezelfde richting als deze KPI.
EU Green Deal (i. Halvering actieve stof 2030 – achterhaald ii. Focus op IPM iii. Ban op pesticides in gevoelige gebieden/Natura 2000): bedrijfsniveau schaal
Farm-to-fork strategie (Aandeel biologische landbouw vergroten naar 25%)
Drempel- en streefwaarden moeten worden opgesteld aan de hand van realistische spuitschema’s die momenteel nog haalbaar zijn met het huidige gewasbeschermingsmiddelen pakket en met een intensieve geïntegreerde strategie om de meest belastende middelen zo veel als mogelijk te vermijden, maar waarbij plantgezondheid zo min mogelijk in het geding komt.