Kortschildkevers
Prooi: allerlei insecten
Wetenschappelijke naam: Staphylinidae spp
Groep: Natuurlijke vijanden
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Kortschildkevers eten alles wat eetbaar is. Soorten, geslachten en vaak hele families zijn op een bepaald soort voedsel gespecialiseerd. Sommige geslachten zijn rovers die op allerlei insecten jagen, andere soorten leven vooral van plantenafval. Het zijn langwerpige kevers, met een lang achterlijf waarbij de dekschilden het achterste stuk niet bedekken, vandaar de naam kortschildkevers. Ze zijn meestal zwart of bruin en variëren per soort van 3 tot 20 mm. Het aantal soorten in Midden-Europa loopt in de honderden, die vaak moeilijk op naam te brengen zijn. |
Levenswijze |
---|
De meeste soorten komen in rottend organisch materiaal voor. Ze voeden zich met kleine insecten en wormen die in composthopen of mest voorkomen. De kevers van het geslacht Aleochara zijn van als natuurlijke vijand van belang. Ze zijn halfparasitair en voeden zich met vliegenpoppen, bijvoorbeeld van de koolvlieg en wortelvlieg. De meeste kortschildkevers hebben onder hun korte dekschilden gevouwen vleugels waarmee zij uitstekend kunnen vliegen. De eitjes worden meestal in de grond gelegd, en de larven van kortschildkevers lijken op die van loopkevers. De larven zijn afvaleters of jagers die andere kleine insecten, slakken en wormen eten. |
Toepassing |
---|
Het voedsel van kevers omvat alles wat eetbaar is. De larven van de kortschildkevers Aleochara bilineata en A. bipustalata dringen de poppen van de koolvlieg (en andere vliegensoorten) binnen. Ze eten de inhoud op en verpoppen zich vervolgens. In tuinbouwgebieden worden deze soorten gebruikt als biologische bestrijding van koolvlieg. Vooral de grotere kortschildkevers (groter dan 4 mm) zijn rovers, bij de kleinere soorten zitten heel veel onschadelijke afvaleters. Rond de 30 kortschildkevers per vierkante meter akkerrand is normaal. Akkerranden vormen 's winters een schuilplaats voor bodemdieren die in de kale akker weinig voedsel en beschutting vinden. Het is daarom belangrijk akkerranden in de winter niet te kort gemaaid te laten, zodat er voldoende beschutting voor de overwinterende kevers en hun larven is. Het is belangrijk om zo min mogelijk breedwerkende gewasbeschermingsmiddelen te gebruiken. Op milieu-effectkaarten en www.milieumeetlat.nl is te zien welke selectieve middelen veilig zijn voor natuurlijke vijanden. |
Meer informatie |
---|