Zwartbenigheid en stengelnatrot

Gewas: Aardappel

Wetenschappelijke naam:  Pectobacterium atrosepticum (voorheen Erwina spp)

Groep: Bacteriën

Aangetaste knol
Verkleurde knoppen
Verwelking

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Zwartbenigheid en stengelnatrot zijn ziekten met symptomen die op elkaar lijken. Vaak worden gewassen aangetast door mengvormen van verschillende bacteriesoorten, waardoor het in het veld vaak moeilijk te bepalen is met welke soort men van doen heeft.

Zwartbenigheid is in het veld te herkennen aan het zwart worden van de stengels, geel verkleuring van de kop van de plant gevolgd door verwelking van scheuten. De verwelking gaat samen met het rollen van de blaadjes vanaf de bladrand naar boven. Aangetaste stengels hebben een iets meer stekende bladstand en blijven achter in groei bij gezonde stengels.

Aangetaste stengels stinken naar vis. Zwartbenigheid komt vooral voor bij wat lagere buitentemperatuur (18-20 graden) terwijl stengelnatrot een hoger temperatuursoptimum heeft en vooral voor in warmere jaren voorkomt.

Aangetaste knollen zijn bruinzwart gekleurd vanaf het naveleind van de knol. Een aantasting van zwartbenigheid kan gevolgd worden door een natrotbacterieaantasting waardoor de gehele knol weg rot.

In natte periodes kunnen stengels, die verschijnselen vertonen van verwelkende blaadjes, zich weer tijdelijk herstellen. Hierdoor kan het selecteren van een vroege aantasting moeilijk zijn. Moederknollen, die door stengelnatrot zijn aangetast, kunnen een waterige en reukloze vorm van rot ontwikkelen.

Levenswijze

Levenswijze

De eerste aantasting van zwartbenigheid vindt meestal plaats vanuit besmette knollen. Later in het groeiseizoen kan een gezonde plant geïnfecteerd worden door opspattend water, besmette buurplanten, door besmette insecten etc.

Uit proeven is gebleken, dat de bacteriën zich via de lucht kan verspreiden, waarschijnlijk door aerosolen (= zeer kleine waterdruppels). Mogelijk spelen ook insecten een rol bij verspreiding.

Ook tijdens rooien, inschuren en bewaren kunnen bacterieziektes zich uitbreiden door contact van gezonde knollen met besmette knollen of door contact met besmette loopbanden en rooimatten.

Maatregelen

Maatregelen

  • Bacterieziektes zijn uitsluitend te bestrijden door het nemen van bedrijf hygiënische maatregelen.

  • Zorgvuldig rotte en verdachte knollen uit te poten aardappelen verwijderen.

  • Zorgvuldig selecteren, hierdoor wordt de infectiedruk aan het begin van het groeiseizoen laag gehouden.

  • Besmette percelen als laatst rooien om verder verspreiding via machines te voorkomen.

  • Zorgvuldig schoonmaken van machines, die ingezet zijn bij de verwerking van verdachte partijen. Lage bewaartemperatuur

  • Natte omstandigheden bevorderen de verder besmetting. Voorkom lopen, rijden, werkzaamheden in een nat gewas.

  • Water in spuitsporen is een ideaal medium voor verder verspreiding. Bij een rijpadensysteem is minder kans op deze vorm van besmetting.

  • Droog bewaren.

Concrete tips:

  • Selecteren moet plaatsvinden onder omstandigheden waarbij de kans op overdracht van de bacterie zo klein mogelijk is. Houd daarom rekening met een aantal zaken: 

    • Selecteer niet als het gewas nat is

    • Houd bij de selectie rekening met de klasse van het perceel

    • Beperk de selectie van stammenmateriaal tot een selectie in het begin van het seizoen en blijf daarna uit deze percelen.

    • Neem bij het verwijderen van een plant alle plantendelen mee, dus ook de aanwezige moeder-/dochterknollen.

    • Gebruik voor het vervoer van de verwijderde planten een dichte, plastic zak, zodat geen uitwisselingen van plantensappen en/of insecten naar gezonde planten mogelijk is.

    • Zorg voor een goede afvoer van het zieke materiaal naar een afvalhoop die wordt afgedekt.

    • Let op een goede hygiene en ontsmet de handen, selectiepijpen en selectiekar wanneer gewisseld wordt tussen percelen.

Meer informatie

Meer informatie

Â