9.9: Selectie paden
Tot nu toe hebben we geen verschil tussen mannelijke en vrouwelijk dieren meegenomen in de selectiestrategie. Echter, bij de meeste diersoorten is er een verschil. Hiervoor zijn 3 redenen:
Vrouwelijke dieren krijgen vaak een beperkt aantal nakomelingen, vooral bij zoogdieren. Een algemene aanname in dierfokkerij is dat de populatiegrootte hetzelfde blijft over generaties. Dit heeft gevolgen voor selectie strategieën, omdat het betekent dat de geselecteerde dieren in staat zouden moeten zijn om genoeg nakomelingen te produceren om de populatiegrootte te behouden! Mannelijke dieren kunnen meer nakomelingen produceren dan vrouwelijke, vooral nu KI beschikbaar is. Selectie in mannelijke dieren is daarom vaak strenger dan in vrouwelijke. Met andere woorden: er zijn verschillen in geselecteerde fracties en dus in selectie intensiteit tussen mannelijke en vrouwelijke dieren.
Er is een verschil in informatiebronnen om de EBV te schatten tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. Er zijn eigenschappen die niet kunnen worden gemeten bij beide geslachten, bijvoorbeeld melkproductie. Het gevolg is dat mannelijke dieren geselecteerd kunnen of moeten worden op basis van hun nakomelingen, waar vrouwelijke dieren worden geselecteerd op basis van hun eigen prestaties. Dit resulteert in een verschil in nauwkeurigheid van de selectie.
De leeftijd waarop dieren worden geselecteerd en waarop de gemiddelde nakomelingen worden geboren verschilt ook tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. Als mannelijke dieren worden geselecteerd op basis van prestaties van de nakomelingen zullen zij gemiddeld ouder zijn dan vrouwelijke dieren, als die worden geselecteerd op basis van hun eigen prestatie. Met andere woorden: er kan een verschil zijn in leeftijd van de nakomelingen waarmee gefokt wordt en dus in generatie interval.
Het gevolg van deze mogelijke verschillen in selectie tussen mannelijke en vrouwelijke dieren is dat er verschillen in selectie paden in acht moeten worden genomen wanneer de genetische vooruitgang wordt bepaald. De manier om deze verschillende selectie paden te hanteren is gemakkelijk: je splitst gewoon de formule op in een deel voor mannelijke (m) en vrouwelijke (female, f) dieren:
De selectie intensiteit, nauwkeurigheid en generatie interval kunnen verschillend zijn tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. De genetische standaard afwijking, echter, is een populatie parameter en is daarom hetzelfde bij beide sexen.