14.6.1: Vermijdbare en onvermijdbare inteelt
Er zijn twee verschillende mogelijke oorzaken van inteelt in een populatie:
Fokkers paren opzettelijk vader en moeder dieren die meer verwant zijn aan elkaar dan het populatiegemiddelde (ook wel niet-willekeurige paring genoemd). Dit resulteert in een tijdelijk verlies van genetische diversiteit en wordt vermijdbare inteelt genoemd. Vanuit populatieperspectief is vermijdbare inteelt als gevolg van niet-willekeurige paring geen probleem. Na één generatie willekeurige paring (“random mating”) zullen deze effecten verdwenen zijn.
Fokkers kunnen het paren van vaders en moeders die verwant zijn niet vermijden, omdat alle dieren in de populatie aan elkaar verwant zijn. Dit resulteert in een permanent verlies van genetische diversiteit en wordt onvermijdbare inteelt genoemd. De onvermijdbare inteelt kan niet worden teruggedraaid met een bepaalde paringsstrategie.
De omvang van de fokpopulatie en de relatieve omvang van de bijdragen van elk van de fokdieren zullen de mate van onvermijdbare inteelt bepalen. Bij elke generatie verder in de stamboom neemt het aantal voorouders exponentieel toe. Bijvoorbeeld in generatie 10 heeft een dier 210 = 1024 voorouders. Bij de meeste rassen zijn in de periode dat de voorouders van generatie 10 leefden minder dan 1024 dieren voor de fokkerij gebruikt. Zo duiken verder in de stamboom steeds dezelfde dieren op in de stamboom van vader en moeder: ze zijn verwant en daardoor zijn hun nakomelingen ingeteeld. Dit benadrukt ook dat hoe dieper de afstamming, hoe beter de relatie tussen vader en moeder kan worden vastgesteld.