/
9.9.1: Een voorbeeld: fokken op vlees bij rundvee

9.9.1: Een voorbeeld: fokken op vlees bij rundvee

Vleesveefokkerij is nogal klein in Nederland. In landen zoals Australië en de VS, of binnen Europa in Frankrijk of Groot Britannië, is vleesvee fokkerij veel belangrijker. De koeien grazen op grote stukken land en komen niet regelmatig in aanraking met de boer. Daarom is KI niet een erg bruikbaar middel. De meeste boeren kopen stieren en laten die bij de koeien grazen. De grootste vleesveebedrijven fokken ook hun eigen stieren.

Ga uit van een populatie vleeskoeien die worden geselecteerd op groei. De erfelijkheidsgraad is 0,35 en de fenotypische standaard afwijking is 0,2 kg/dag. De koeien worden geselecteerd op hun eigen prestatie. Omdat er wordt gestreefd om de populatiegrootte constant te houden en omdat koeien ongeveer 3 kalveren produceren in hun leven, moet 2/3 van de koeien geselecteerd worden om genoeg dieren voor hun vervanging te produceren (bedenk dat zowel vaarskalveren als stierkalveren worden geboren!). Een geselecteerde fractie van 0,67 resulteert in een selectie intensiteit (if) van 0,54. De nauwkeurigheid van selectie voor de selectie op basis van eigen prestatie is gelijk aan √h2 dus rIH,f = 0,59.

De stieren worden geselecteerd op basis van de prestatie van 100 nakomelingen, wat resulteert in een rIH,m van 0,95. Elke stier wordt met 10 koeien gepaard, wat resulteert in een geselecteerde fractie van 0,10 * 0,67 = 0,067. De selectie intensiteit is dus 1,95 (zie tabel in hoofdstuk 9.5.1).

De genetische standaard afwijking is gelijk aan √h2 * σ2p = 0,35 * 0,22 = 0,118. Wat is de genetische vooruitgang in deze populatie?

Als je alle informatie invult in de formule resulteert dit in een genetische vooruitgang per generatie van:

ΔGper jaar = 1,95 * 0,95 * 0,118 + 0,54 * 0,59 * 0,118 = 0,257 (kg/dag)

Genetische vooruitgang per generatie geeft niet direct het inzicht in de genetische verbetering die we willen. Om die te krijgen, moeten we de genetische vooruitgang per generatie gaan uitdrukken per jaar. De gemiddelde leeftijd waarop koeien hun nakomelingen produceren is 4,5 jaar, dus Lf = 4,5. Stieren worden geselecteerd nadat nakomelingen informatie beschikbaar komt, wat resulteert in een generatie interval van 5 jaar. Voorspel de genetische vooruitgang per jaar in deze populatie.

Als je de genetische vooruitgang per generatie nu per jaar uitdrukt wordt deze:

Dus:

Selectie intensiteit en nauwkeurigheid van selectie kunnen verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke dieren. Selectie respons in elk van deze selectie paden worden apart berekend en achteraf gecombineerd om de genetische vooruitgang van de gehele populatie te verkrijgen.



Related content

1.14 Kernpunten bij de uitleg over het fokken van dieren
1.14 Kernpunten bij de uitleg over het fokken van dieren
More like this
1.9.1 Ontwikkelingen die het fokken van dieren beïnvloeden
1.9.1 Ontwikkelingen die het fokken van dieren beïnvloeden
More like this
1.11.2 Relaties in de ontwikkelingslanden (2024)
1.11.2 Relaties in de ontwikkelingslanden (2024)
More like this
10.4.1 Voorbeeld: fokkerij beperkingen en de mate van inteelt in Friese paarden
10.4.1 Voorbeeld: fokkerij beperkingen en de mate van inteelt in Friese paarden
More like this
12.5.3.1: Geslachtsbepaling van vleeskuikens (2024)
12.5.3.1: Geslachtsbepaling van vleeskuikens (2024)
More like this
9.2: Fokkerij is toekomstgericht
9.2: Fokkerij is toekomstgericht
More like this