Dennenlotrups
Gewas: Pinus
Wetenschappelijke naam: Rhyacionia buoliana
Groep: Insecten
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
De jonge rupsen vreten in de knoppen, terwijl de oudere rupsen de loten aan de basis uithollen. Deze loten knikken om en hangen neer. Ze kunnen dan afsterven, maar ze groeien ook wel door en dan richt de top zich weer op. Zo ontstaan de 'posthoorns'. De eieren worden op twijgen en naalden afgezet. De rupsen zijn tot 20 mm lang. De kop en halsschild is zwart. De pop is te vinden in een uitgeholde scheut. De vlinder van de dennelotrups heeft een vleugelspanwijdte van 18-22 mm. De voorvleugels zijn oranjerood met zilverkleurige dwarsbanden. De achtervleugels zijn grijs. |
Levenswijze |
---|
De rups overwintert in een zijknop. In het voorjaar vreet de rups in een andere knop verder en vervolgens aan de basis van het uitlopende lot. Dit wordt uitgehold en in juni vindt hierin de verpopping plaats. Na enkele weken verschijnt de vlinder. Deze zet haar eieren af op de twijgen en de naalden. De jonge rups kruipt tussen de naalden, vreet daar aan en boort zich na enige tijd in een knop voor de overwintering. Vooral bomen die van uitdroging te lijden hebben, worden aangetast door de jonge rupsen. Om deze reden komt de aantasting dan ook vooral voor bij bomen die watergebrek hebben, of in jaren waarin de maand juni erg droog is. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|