Huidziek - hyacint

Bij de oogst zijn op de buitenkant van de bol en ook aan de top langs de vliezige rand van de rokken donker- tot roodbruine vlekken te zien.

Deze vlekken variëren in diameter van 1 tot ca. 10 mm. Ze komen verspreid of in groepjes voor en kunnen tot grotere plekken verenigd zijn. Bij bollen met paarsachtige huiden blijft de pigmentvorming van de huid in de directe omgeving van de vlekken achterwege, waardoor deze duidelijk opvallen.

Bij uitgroei uit aangetaste bollen ontstaat aan het uiterste topje of in het bovenste deel van de loofbladeren een donkerbruine verkleuring. Het weefsel in een smalle zone om deze verkleuring blijft lang geel na het in de kas brengen.

De schimmel vormt op het aangetaste weefsel veel sporen waardoor tijdens de bewaring en verwerking van de bollen verspreiding van de besmetting plaatsvindt. Te velde vindt niet of nauwelijks verspreiding plaats. Huidziek gaat van aangetaste bollen over op de jonge bolletjes die na snijden of hollen ontstaan, waarvan de groei daardoor enigszins wordt belemmerd.

• Plantgoed vlak voor het planten ontsmetten volgens geldende adviezen.

• Voor vermeerdering uitgaan van bollen die er volkomen gezond uitzien en deze vlak voor het planten ontsmetten volgens geldende adviezen.

• Bollen voor de broei of na het planten in een bewortelingsruimte niet met grond bedekken (vooral afdekken met veenachtige grond is riskant) of ontsmetten volgens geldende adviezen.