Bewaarrot - hyacint

Gewas: Diverse gewassen: Hyacint

Wetenschappelijke naam: Penicillium sp.

Groep: Schimmels

Bewaarrot hyacint, beginnende aantasting bolrokken
Bewaarrot hyacint, aantasting bolrokken
Bewaarrot hyacint, aantasting wortelkrans
Bewaarrot hyacint, schimmelpluis op wortelpunten

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Penicillium kan drie typen aantasting veroorzaken, die - afgezien van de veroorzaker - niets gemeen hebben. Of in alle gevallen sprake is van dezelfde Penicillium-soort of -soorten is niet bekend.

Aantasting van de bolrokken

 Bij de warme bewaring voor de bloementeelt ontstaan vanuit beschadigingen zachte en bruine plekken, meestal op de tweede en derde bolrok, die edekt zijn met een wit tot blauwgroen schimmelpluis (foto 1)en sporenmassa. De aantasting wordt vaak gemaskeerd door de huid (de buitenste droge vliezen), breidt zich niet gemakkelijk tot in de bolbodem uit en doet dan geen afbreuk aan het vermogen om een goede bloemtros te geven. Wel kan deze aantasting tot gevolg hebben dat het uiterlijk van de bollen slecht is. Na het planten van dergelijke bollen worden soms enkele buitenste rokken licht aangetast en natrot zonder verder nadelige gevolgen.

Aantasting van de wortelkrans

De aantasting die voorkomt bij bollen bestemd voor de broei valt meestal pas op, wanneer de bollen in de kas worden gebracht. De spruit blijft korter; ook hebben de bollen geen of weinig wortels gevormd waardoor de plant gemakkelijk omvalt. Bij doorsnijden van de bol blijkt dat de basis vanuit de wortelkrans bruin is geworden en verrot is. Dit rot, dat vaak vooral aan één zijde van de bol voorkomt (foto 2), kan zich tot ver in de rokken voortzetten (foto 3).

De eerste symptomen kunnen al vóór het planten worden gevonden. Zij bestaan uit het verdrogen van enkele, op dat tijdstip reeds doorgebroken wortelpunten, waarop schimmelpluis van Penicillium te zien is (foto 4). Bij aansnijden van de wortelkrans blijkt het omringende weefsel op die plaats lichtbruin te zijn . Ook op plaatsen waar klisters zijn afgebroken kan het weefsel lichtbruin zijn. Het rottingsproces zet zich voort tijdens de bewaring en vervolgens na het planten.

Aantasting van hol- en snijbollen

Deze aantasting manifesteert zich voornamelijk te velde door een vertraagde opkomst en, in ernstige gevallen, door het niet opkomen van de plantjes. Later in het voorjaar blijven de plantjes kleiner dan normaal. De loofbladeren vergelen en ze verwelken voortijdig. De rokken van de moederbol zijn zacht en okergeel tot lichtbruin verkleurd; tussen de rokken komt een groene schimmelpluis- en sporenmassa voor.

Ook tijdens de bewaring kan tussen en op de rokken een aantasting gevonden worden. De aantasting begint vaak in de binnenste jongste bolrok; deze verdroogt tijdens de bewaring. De bolletjes zelf worden niet aangetast, maar de ontwikkeling van de wortels wordt geremd tijdens hun groei langs of door het rottende weefsel van de moederbol.

Levenswijze

Levenswijze

Bij aantasting van de bolrokken:

Als er vroeg wordt geplant (omstreeks 1 september) bewortelen de zieke bollen redelijk en kunnen ze goed tot bloei komen. Later planten leidt tot bewortelingsproblemen en veel uitval. De aantasting komt vooral voor bij bollen van cultivar `Anna Marie' die voor de vroegste bloei zijn geprogrammeerd. Ook cultivars als `L'Innocence' en `Marconi' zijn erg gevoelig.

Bij aantasting van de wortelkrans:

De aantasting ontstaat vooral bij bewaring bij lagere temperaturen dan 17°C, tijdens langdurig transport of als de bollen na ontvangst door de afnemer niet snel genoeg worden geplant.

De cultivars `Pink Pearl', `White Pearl' en `Anna Marie' zijn bijzonder gevoelig.

Bij aantasting van hol- en snijbollen:

De aantasting ontstaat als de relatieve luchtvochtigheid tijdens de bewaring te hoog is en als plantklare geholde of gesneden bollen te lang onder koele vochtige omstandigheden worden bewaard. Ook beschadiging door tripsen kan hieraan ten grondslag liggen.

De nakomelingschap van aangetaste moederbollen is weliswaar kleiner dan normaal, maar heeft een normale gebruikswaarde.

Maatregelen

Maatregelen

Bij aantasting van bolrokken:
  • beschadiging van de bollen voorkomen;

  • de bollen na elke verwerking snel drogen en warm en bij een goede ventilatie bewaren.

Bij aantasting van de wortelkrans:
  • geen tussentemperatuur bij 13°C of 17°C geven, maar na 25°C direct (opgeplant) koelen;

  • het transport naar de afnemer zo snel mogelijk laten verlopen;

  • de bollen zo snel mogelijk na aflevering planten; indien dit niet mogelijk is, in een goed geventileerde ruimte bewaren bij 17-20°C;

  • de relatieve luchtvochtigheid bij de droge bewaring beneden 70% houden;

  • het afbreken van klisters uitstellen tot vlak voor het planten of eerder maar dan goed drogen.

Bij aantasting van hol- en snijbollen:
  • beschadigingen voorkomen bij elke verwerking en daarna snel drogen;

  • na hollen en snijden goed drogen bij een relatieve luchtvochtigheid van ca. 60%;

  • geholde of gesneden bollen tot het planten warm en met goede circulatie en ventilatie bewaren; de relatieve luchtvochtigheid onder 70% houden;

  • op het juiste tijdstip planten;

  • geholde en gesneden bollen vlak voor het planten ontsmetten volgens geldende adviezen.

  • voorkom een aantasting door trips.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â