Geelziek - Eucomis

Bij bollen die door geelziek zijn aangetast kunnen op de bladeren symptomen voorkomen die lijken op ‘zwartrand’ bij hyacint. Bij doorsnijden van de bol is in de rokken een crèmegeel natrot te zien.

Een lichte aantasting is na het rooien zichtbaar door zwarte, ingevallen plekken op de bolrokken die beginnen vanuit de bolbodem . Zwaar aangetaste bollen kunnen geheel zwart en verrot zijn. De symptomen worden ernstiger tijdens de bewaring.

Zie verder bij hyacint; hierbij moet worden opgemerkt dat een heetstookbehandeling alleen mogelijk is bij E. autumnalis  (in december/januari). Bollen van andere Eucomis-soorten verdragen voor zover onderzocht geen heetstookbehandeling.

Geelziek komt sporadisch ook voor bij Chionodoxa, Galtonia, Puschkinia en Scilla.

De bacterie verspreidt zich tijdens de teelt met vocht en mechanische overdracht. De bacterie kan zich ook via het zaad verspreiden. De meeste verspreiding vindt plaats tijdens de oogst en verwerking van de bollen via vocht en beschadigingen.

• Geen Eucomis telen in directe nabijheid van andere waardplanten, met name hyacint.

• Zieke partijen niet of als laatste spoelen en ook als laatste oogsten en verwerken.

• Een nieuwe partij uit zaad telen en ruim gescheiden houden van een (mogelijk) besmette partij.

• Neem zaad van een schoon partij want de bacterie kan zeer beperkt met het zaad meegaan.