Grauwe schimmel - Botrytis - roos
Gewas:Â Roos
Wetenschappelijke naam:Â Botryotinia fuckeliana
Groep:Â Schimmels
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Botryotinia fuckeliana (syn. Botrytis cinerea) of grauwe schimmel is een schimmelziekte, die in roos schade kan aanrichten. Op afgestorven plekken ontstaat een grijsbruin, stuivend schimmelpluis. Dit bestaat uit mycelium en sporendragers. Normaliter kan Botrytis alle bovengrondse plantendelen aantasten. Bij de teelt op substraat komt Botrytis alleen in de naoogstfase op de bloemen voor. Botrytis wordt in de naoogstfase pokken genoemd. Één infectie is al voldoende om de gehele bloem te laten wegrotten. |
Levenswijze |
---|
Botrytis fuckeliana is een veelvoorkomende schimmel die op een breed scala aan planten voorkomt. Normaliter is het een zwakteparasiet. Onder ongunstige teeltomstandigheden (hoge luchtvochtigheid, hoge plantdichtheid, te lage teelttemperatuur) kunnen levende plantendelen worden aangetast. De eerste aantasting vindt meestal plaats op afgestorven plantdelen. Daarvandaan kan de schimmel in het gezonde plantenweefsel groeien. Bloemen zijn veel gevoeliger voor aantasting dan de andere plantendelen. Indien de relatieve luchtvochtigheid hoger is dan 90 % kunnen de sporen de bloemen infecteren. De bloem wordt onder die omstandigheden en bij een ruimtetemperatuur van 20 °C binnen 8 uur geïnfecteerd. De sporen kunnen kiemen tussen een temperatuur van 0 °C tot 30 °C. De sporen dringen het plantenweefsel binnen door eerst de buitenzijde plaatselijke op te lossen met enzymen en door mechanische druk (via een kiembuis) uit te oefenen. Vanuit het schimmelweefsel (mycelium) ontstaan sporendragers die zich aan de uiteinden vertakken. Hierop worden de grote massa's sporen geproduceerd. Deze stuiven bij de geringste beweging in wolkjes uiteen. Verspreiding vindt plaats door de lucht en via opspattend water. De verspreiding van sporen is uniform door de gehele kas. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
|
Â