6.15 Welke inteelttoename is acceptabel?

De inteelttoename geeft een indicatie van de verwachte toename van problemen door toenemende homozygotie. Het geeft een indicatie van de risico’s om in de problemen te raken. Een risico betekent dat het beter zou kunnen uitvallen of dat het nog slechter kan zijn. Een vuistregel van de FAO (Food and Agriculture Organisation) vertelt dat de inteelttoename onder de 1% moet blijven, liever nog onder de 0,5%. De inteelttoename van 1% geeft aan dat de homozygotie per generatie met 1% toeneemt. Maar er is niemand die kan voorspellen wat de gevolgen voor die toename kunnen zijn. Omdat niet alle genen een gelijkwaardig effect hebben en omdat niet alle allelen binnen een gen hetzelfde effect hebben.

Het advies van de FAO is gebaseerd op risico management en geeft niet de verzekering dat er beslist geen problemen komen. Een inteelttoename boven 1% vergroot de kans dat de populatie op de lange termijn niet zal overleven.

Als je gebalanceerde fokkerij aanneemt, betekent een inteelttoename van 1% dat ten minste 25 mannetjes en vrouwtjes nodig zijn voor de fokkerij. Op dezelfde manier zijn voor inteelttoename van 0,5% ten minste 50 mannetjes en vrouwtjes nodig. Als er niet-gebalanceerde fokkerij wordt gebruikt, moet je de aantallen mannetjes en vrouwtjes zo kiezen dat de inteelttoename lager is dan 1% (of 0,5%). Afhankelijk van de diersoort is dit een realistisch doel of niet. De gevolgen voor het aantal fokdieren op de inteelttoename zijn van essentieel belang wanneer je fokplannen maakt.

Dus: