4.8 Meetfouten
Het resultaat van een meting aan een dier wordt het fenotype genoemd. Metingen horen altijd heel zorgvuldig uitgevoerd te worden en ze moeten kritisch beoordeeld worden. Meetfouten bepalen hoe accuraat fenotypen kunnen worden bepaald.
Definitie
Een fenotype is de waargenomen waarde voor een kenmerk. het is het resultaat van erfelijke- en milieu invloeden en hun interacties die het kenmerk beïnvloeden, inclusief het effect van meetfouten.
Deze meetfouten kunnen systematisch of een random (toevallig) van aard zijn. Systematische fouten kunnen veroorzaakt worden bijvoorbeeld door verschillen tussen dieren: in voersamenstelling, leeftijd tijdens de meting, training etc. Toevallige fouten, bijvoorbeeld het foutief meten van een eigenschap, kunnen een lage herhaalbaarheid van een eigenschap veroorzaken. Bijvoorbeeld, als je de lengte van een dier wil meten en je herhaalt dit tien keer, dan zal je een redelijk grote variatie in uitkomsten zien. De oorzaak hiervan is kleine bewegingen van het dier. Wanneer je kruishoogte meet, zie je een veel kleinere variatie. Twee aspecten van nauwkeurigheid zijn belangrijk wanneer je metingen doet: herhaalbaarheid en reproduceerbaarheid, beide zijn correlaties tussen metingen aan hetzelfde dier.
Definitie
De herhaalbaarheid is gedefiniëerd als de overeenkomst tussen de metingen aan hetzelfde object onder dezelfde omstandigheden. Het geeft aan hoe nauwkeurig een kenmerk gemeten kan worden. De herhaalbaarheid wordt beïnvloed door meetfouten en tijdseffecten
Wanneer de herhaalbaarheid laag is voor een eigenschap, is de erfelijkheidsgraad dat ook. Dat betekent dat het dan moeilijk is om de eigenschap te verbeteren in een fokprogramma.
Definitie
De reproduceerbaarheid is gedefiniëerd als de overeenkomst tussen de metingen aan hetzelfde object onder verschillende omstandigheden, bijvoorbeeld gemeten onder verschillende omstandigheden of door verschillende personen. Het wordt niet alleen beïnvloed door meetfouten en tijdseffecten, maar ook door systematische effecten van verschillende keurmeesters of personen die de meting uitvoeren.
Als de herhaalbaarheid van een fenotype hoog is en de reproduceerbaarheid laag, dan moet je zorgen dat de metingen van het fenotype gestandaardiseerd worden en dat keurmeesters of technisch medewerkers getraind worden. Bijvoorbeeld, de meting kan gestandaardiseerd worden door het lichaamsgewicht van de biggen bij het spenen te meten wanneer de biggen gescheiden worden van de zeug op een vaste tijd van de dag en dat ze als vleesvarkens worden gewogen op een vaste tijd na een bepaalde tijd van voedselrestrictie voor het vervoer naar het slachthuis. Dan is het mogelijk de dagelijkse gewichtstoename gedurende de groeiperiode te meten zonder systematische meetfouten. Bij het scoren van exterieur-eigenschappen van paarden wordt het aangeraden om te beginnen met een trainingssessie voor de keurmeesters en om deze trainingssessie regelmatig te herhalen. Anders kunnen twee juryleden (systematisch) verschillende scores geven voor hetzelfde eigenschap van hetzelfde dier, wat leidt tot een lage reproduceerbaarheid van de eigenschap ondanks dat het een hoge herhaalbaarheid heeft.