2.1.4 Evaluatie van de resultaten
Het fokprogramma moet regelmatig geëvalueerd worden (stap 7). Vragen die je als eerste moet stellen zijn: Hebben we bereikt wat we wilden? Is de nieuwe generatie dieren beter in de kenmerken die we gedefinieerd hebben in het fokdoel? Zien we ongewenste selectie-effecten? (bijvoorbeeld we hebben een betere groei in onze vleesdieren, maar hebben we meer problemen met hun beenwerk in vergelijking met de vorige generatie). De tweede vraag is dan: wat is er gebeurd met de verwantschap tussen de dieren in de nieuwe generatie? Zijn ze meer verwant aan elkaar dan dat hun ouders waren? En komt dit omdat we slechts een klein aantal sterk verwante dieren hebben geselecteerd als ouderdieren voor deze generatie? Hebben we genetische diversiteit van de populatie verkleind?
Na deze twee vragenrondes begint men opnieuw met de stappen in de fokcirkel. Als eerste letten we kritisch op mogelijke veranderingen in het productiesysteem. Vragen die hierbij gesteld kunnen worden zijn: is de marktvraag veranderd: is er bijvoorbeeld vraag naar varkensvlees van een andere kwaliteit? Zijn productie omstandigheden veranderd, bijvoorbeeld denken we dat de melk quota afgeschaft worden in de nabije toekomst?