-
Aardappelmoeheid —
In het veld herken je zware aantasting van het gewas met aardappelcysteaaltjes aan zogenaamde valplekken. Dit zijn plekken in het gewas, variërend van enkele planten tot enkele tientallen vierkante meters, waar planten in groei achter blijven. Veroorzakers zijn het Geel aardappelcysteaaltje (Globodera rostochiensis) en het Wit aardappelcysteaaltje (Globodera pallida).
-
Aardappelziekte - tomaat —
Phytophthora infestans of aardappelziekte kan ook in tomaten schade aanrichten. De ziekte, veroorzaakt door een waterschimmel, is op de stengel, tros en bladstelen herkenbaar aan een zeer oppervlakkige verkleuring en afsterving (necrotisatie).
-
Bacterieverwelkingsziekte tomaat —
Bacterieverwelkingsziekte bij tomaat wordt veroorzaakt door de bacterie Clavibacter michiganensis subsp. Michiganensis.
-
Bananenmot —
Opogona sacchari is een ongeveer 1 cm groot motje, met een vleugelwijdte van 18 tot 26 mm met lange antennen.
-
Begoniamijt —
De begoniamijt heeft een grote waardplantenreeks en komt wereldwijd voor. Sierteeltgewassen waarin de mijt voorkomt zijn begonia, chrysant, gerbera, cyclamen en Bouvardia. Ook op groentegewassen, bijvoorbeeld paprika en aubergine, kan de mijt voorkomen.
-
Bladaaltje —
Het chrysantenbladaaltje (Aphelenchoides ritzemabosi) en het aardbeibladaaltje (Aphelenchoides fragariae) zijn in Nederland de belangrijkste soorten (in de vollegrond). Diverse gewassen, waaronder Buddleja, Hydrangea en Lavendula kunnen door één of beide bladaaltjes-soorten worden aangetast.
-
Bladluizen —
De zwarte bonenluis en de groene perzikluis zijn algemeen voorkomende bladluizen op diverse gewassen.
-
Bladvlekkenziekte - tomaat —
Fulvia fulva of bladvlekkenziekte is een schimmelziekte, die in tomaat schade kan aanrichten.
-
Bladvlekkenziekte septoria - Chrysant —
Septoria of bladvlekkenziekte is een schimmelziekte, die in chrysant schade aanricht. De ziekte is vooral buiten een probleem of in de kas bij een slecht watergeefsysteem.
-
Bollenmijt - hyacint —
Op bloembollen die door schimmels of aaltjes zijn aangetast, komen vrijwel altijd mijten voor. Zij voeden zich met de op de bol levende schimmels en vooral met door Fusarium aangetast weefsel, dat dan vervalt tot een korrelige massa.
-
Bollenmijt - lelie —
In ondergrondse stengeldelen, wortels en bolschubben zijn kleine ronde gaatjes en gangetjes waarneembaar van ca. 1 mm breed. De plekjes zijn aanvankelijk wit, maar worden snel lichtbruin tot bruin. Vooral jong nieuw gevormd weefsel wordt aangetast.
-
Bollenmijt - tulp —
Rhizoglyphus echinopus (harige bollenmijt) en R. robini (roze bollenmijt) veroorzaken gelijksoortige aantastingen van de spruit, namelijk bruin verkleurde putjes en krasjes bij de rand van het eerste loofblad. Bij uitgroei van het blad blijven deze beschadigingen zichtbaar, zonder dat zij ernstige misvormingen veroorzaken.
-
Bonenspintmijt - kasspint —
Spintmijten behoren tot de spinachtigen. Binnen de familie van de Tetranychidae is Tetranychus urticae het meest polyfaag (tast zeer veel verschillende gewassen aan). Bonenplanten, o.a. de snijboon, zijn zeer goede waardplanten voor spint.
-
Bont - Komkommerbontvirus —
Het kommerbontvirus behoort tot de Tobamovirussen en is zeer besmettelijk. De eerste ziekteverschijnselen van komkommerbontvirus zijn zichtbaar op de jonge bladeren.
-
Boterbloemluis —
De Boterbloemluis is een middelgrote luis, zonder vleugels 1,8 - 3,0 mm lang. De kleur varieert van geelgroen tot bruingroen. Een opvallend kenmerk vormt de donkergroene zones rond de basis van de beide siphonen.
-
Californische trips —
Californische trips komt op veel verschillende plantensoorten voor, waaronder veel groentegewassen. Tripsen zuigen bij voorkeur aan bloemknoppen en groeipunten, maar komen ook voor op de bladeren.
-
Chrysantenbladaaltje - Nerine —
De bloemsteel voelt ruw aan; de oppervlakte is voorzien van talrijke, dwarse, iets bruingekleurde barstjes. Soms blijft de steel kort en groeit hij krom.
-
Diaspis - schildluis —
De Diaspis bromeliae, is Nederland al tientallen jaren een veel voorkomende schildluis in bromelia. Daarnaast komt hij ook op een aantal andere gewassen voor.
-
Dopluis - algemeen —
Dopluizen hebben veel waardplanten, zowel groentegewassen als siergewassen. Naast de gewone dopluis (Parthenolecanium corni), is er ook de platte dopluis (Loccus hesperidum) en halve dopluis (Saissetia coffeae).
-
Dradenschimmel —
Rhizoctonia is een algemeen voorkomende bodemschimmel en veroorzaakt vooral schade aan het begin van een teelt.
-
Echte meeldauw - roos —
Podosphaera pannosa of Rozenmeeldauw is een schimmelziekte in roos, die op glastuinbouwbedrijven het hele jaar door schade aanricht in de vorm van bladaantasting. De ziekte is herkenbaar aan witte poederachtige vlekken op het blad.
-
Floridamineervlieg —
Mineervliegen komen in veel planten voor. Vooral de Liriomyza species zijn zeer polyfaag (hebben veel waardplanten). Het zijn kleine vliegen, waarvan de larven gangen vreten in de bladeren (mineren).
-
Floridamot —
De Floridamot is zeer polyfaag (brede waardplantenreeks) en komt in kassen in veel gewassen voor. Vooral in de sierteelt kan deze soort problemen geven in chrysant, gerbera, roos en potplanten.
-
Fusarium verwelkingsziekte - Chrysant —
Fusarium oxysporum f. sp. chrysanthemi is een schimmelziekte, die in chrysant soms schade aanricht. De ziekte is herkenbaar aan vergeling en verwelking van het blad en in een later stadium van de hele plant.
-
Fusarium verwelkingsziekte - tomaat —
Fusarium oxysporum f. sp. lycopersici is een schimmelziekte, die in het verleden in tomaten enorme schade aanrichtte. Op dit moment zijn alle veel geteelde rassen echter resistent tegen deze ziekte en is de ziekte dan ook geen probleem meer.
-
Fusarium voet- en wortelrot - tomaat —
Fusarium oxysporum f. sp. radicis-lycopersici is een schimmelziekte, die in het verleden in de teelt van tomaten grote schade aanrichtte.
-
Fusarium-verwelkingsziekte - aubergine —
Fusarium oxysporum f. sp. melongenae is een schimmelziekte, die in de teelt van aubergine onder glas schade aanricht.
-
Grauwe schimmel - Botrytis - roos —
Botryotinia fuckeliana (syn. Botrytis cinerea) of grauwe schimmel is een schimmelziekte, die in roos schade kan aanrichten. Op afgestorven plekken ontstaat een grijs-bruin, stuivend schimmelpluis. Dit bestaat uit mycelium en sporendragers.
-
Groene appelwants —
Groene appelwants is in heel Europa een algemeen voorkomend insect met een brede waardplantenreeks. In de zomer komen ze regelmatig voor in gewassen die onder glas worden geteeld zowel in vruchtgroenten als bloemen
-
Groene perzikluis en tabaksperzikluis —
De Groene perzikluis is een belangrijke plaag in veel gewassen (zeer polyfaag). Rode luis komt sinds 1994 in Nederland voor en is geïdentificeerd als Tabaksperzikluis. Deze luis is ook zeer polyfaag (heeft een groot aantal waardplanten).
-
Japanse roest —
Puccinia horiana of Japanse roest is een schimmelziekte, die in chrysant grote schade kan aanrichten. De ziekte is in het blad in het groeiseizoen herkenbaar aan groengele tot gele iets ingezonken plekjes van enkele mm aan de bovenzijde van het blad.
-
Katoenluis —
De katoenluis is een kleine bladluis met een gedrongen, bijna rond postuur. De kleur varieert van geel tot donkergroen, bijna zwart. Bij voldoende voedsel aanbod (een geschikte waardplant) en niet te hoge temperaturen kunnen de luizen tot 1,8 mm lang worden.
-
Mineervlieg - bladgewassen —
Mineervliegen komen in veel planten voor. Vooral de Liriomyza species zijn zeer polyfaag (hebben veel waardplanten).
-
Mycosphaerella - komkommer —
De schimmel kan bladeren, stengels, groeipunten en vruchten aantasten en veroorzaakt hierop bruine of grijzige vlekken. De vruchten kunnen zowel van binnenuit worden aangetast (intern vruchtrot) als aan de buitenkant (extern vruchtrot).
-
Naaktslakken —
Er zijn verschillende naaktslakken. Slakkenvraat is herkenbaar aan de rafelige, onregelmatige gaten in het blad vaak met een slijmspoor. Vaak blijven de nerven intact.
-
Natrotbacterie - bacterieverwelkingsziekte —
Bij een zware aantasting van bacterieverwelkingsziekte is de groei van de planten opvallend geremd. De kleur van de bladeren van zieke planten is meestal donkerder dan normaal.
-
Nerfmineervlieg - sla - tomaat —
Mineervliegen komen in veel planten voor. Vooral de Liriomyza species zijn zeer polyfaag (hebben veel waardplanten). Het zijn kleine vliegen, waarvan de larven gangen vreten in de bladeren (mineren).
-
Noordelijk wortelknobbelaaltje - algemeen —
Het aaltje veroorzaakt in het veld groeiremming, die meestal plaatselijk zichtbaar is. Aangetaste planten hebben worteltjes met kenmerkende knobbeltjes.
-
Overmatige wortelgroei —
Bij deze bacterieziekte maakt de plant enorm veel wortels, waardoor er in het substraat steeds minder zuurstof aanwezig is. Daardoor kan ook een infectie met Pythium ontstaan.
-
Paprikamozaiekvirus —
De ziekteverschijnselen zijn onder andere afhankelijk van de leeftijd van de plant, het tijdstip van infectie en de temperatuur.
-
Paprikasnuitkever —
De paprikasnuitkever (pepper weevil) is in 2012 in het Westland gesignaleerd. Dit insect is bekend in Midden- en Noord-Amerika en Frans-Polynesië, maar komt, voor zover bekend, niet voor in Europa.
-
Pepinomozaiekvirus —
De symptomen van dit virus in tomaten kunnen verschillend zijn en zijn afhankelijk van de cultivar, leeftijd van de plant en leeftijd van de plant op moment van infectie en de omstandigheden waaronder de planten staan.
-
Phoma wortelrot - Chrysant —
Phoma chrysanthemicola f.sp. chrysanthemicola of wortelrot is een schimmelziekte, die in chrysant schade aanricht. Bij aangetaste planten kleuren de nerven en het aangrenzende bladweefsel geel. Daarna wordt het hele blad geel en sterft af.
-
Pythium voet- en wortelrot —
Deze ziekte is te herkennen aan een slecht wortelstelsel, rotte wortels. De schors laat los van de centrale cilinder waardoor deze gemakkelijk kan worden afgestroopt.
-
Pythium voet- en wortelrot - aubergine —
De fijne wortels van aangetaste planten verslijmen en er treedt een natrot op.
-
Pythium voet- en wortelrot - komkommer —
De fijne wortels van aangetaste planten verslijmen en er treedt een bruin natrot op. De schors laat los van de centrale cilinder. Bij verdergaande aantasting ontstaat een rotte plek aan de stengelvoet. De plant blijft achter in groei en sterft af.
-
Rhizoctonia broeipoten —
Rhizoctonia solani is een schimmelziekte, die in de chrysantenteelt een enorme schade kan aanrichten. De ziekte wordt het meest in het begin van de teelt gesignaleerd.
-
Rhizoctonia-ziekte - Zantedeschia —
Opkomend blad vertoont bruine onregelmatig gevormde vraatachtige plekken rond de voet van de bladeren
-
Schildluizen - oleanderschildluis, boisduvalschildluis —
Wereldwijd zijn er meer dan 1700 soorten schildluizen bekend, waarvan 10% als plaag insect kan worden beschouwd. Het schild wordt gevormd door een afscheiding van het insect en is hard aan de buitenkant met een zachtere laag eronder.
-
Schuimcicade —
Schuimcicaden of spuugbeestjes zijn lange, geelgroene insecten, aan de onderkant van de bladeren, waar kleine witte vlekjes ontstaan. De larven met duidelijk herkenbare ogen bevinden zich in vlokjes schuim.
-
Sclerotienrot - rattenkeutelziekte - erwten —
Het schimmelweefsel doorwoekert de plant, waardoor deze al vroeg verwelkt en afsterft.
-
Smet —
Smet in sla en andijvie is een verzamelnaam voor ziekten veroorzaakt door verschillende pathogenen (ziekten verwekkers). Het smetcomplex wordt veroorzaakt door Sclerotinia (rattenkeutelziekte), Rhizoctonia (zwartpoot) en Botrytis (smeul).
-
Sterroetdauw —
Sterroetdauw is een bladvlekkenziekte die stervormige zwarte vlekken op blad en stengel van roos veroorzaakt.
-
Suikerrot - Gerbera —
Suikerrot vormt al meer dan tien jaar een serieuze bedreiging in de teelt van snijgerbera. Naar mate het areaal gerbera's dat belicht wordt groter wordt nemen ook de problemen toe.
-
Tabakstrips —
Tabakstrips komt over de hele wereld voor en heeft brede waardplanten reeks. Buiten de kas komt de trips voor op katoen, tabak, prei en ui. In de kas op komkommer, paprika, aubergine, roos, chrysant, gerbera, anjer, enz.
-
Taxuskever - gegroefde lapsnuitkever —
Zowel de volwassen kevers als de larven veroorzaken schade. Volwassen kevers vreten ronde gaten in de bladeren, beginnen bij de rand. Dit wordt 'hapvreterij' genoemd.
-
Tomatenbronsvlekkenvirus —
Het tomaten bronsvlekken virus kan een grote verscheidenheid aan symptomen veroorzaken. De beelden kunnen zeer variabel zijn en zelfs per cultivar verschillen. Op de bladeren kunnen al dan niet concentrische geelgroene kringen en patronen voorkomen.
-
Tomatenbronsvlekkenvirus - bromelia —
Bij tomaten bronsvlekken virus ontstaan er verschillende symptomen zoals necrotische kringen en bladvlekken. Daarnaast treedt vergeling en misvorming op.
-
Tomatenbronsvlekkenvirus - paprika —
Tomaten bronsvlekken virus is te herkennen aan optredende verschijnselen op blad, stengel en op de vrucht. Op de jongste blaadjes ontstaat een lichte nerfvergeling die overgaat in chlorose tussen de nerven of over het hele blad.
-
Tomatenchlorosevirus - ToCV —
Tomatenchlorosevirus (of ToCV) is een zogeheten quarantaine-organisme. Het virus wordt vooral verspreid door wittevlieg en heeft tomaat als voornaamste waardplant. Het belangrijkste symptoom bij alle gewassen is tussennervige chlorose op wat oudere bladeren in het midden van de plant.
-
Tomatengalmijt —
Tomatengalmijt is een mijt die met het blote oog niet zichtbaar is. Het eerste zie je bruin verkleuring op de stam van de tomatenplant. In een ver gevorderd stadium, zullen ook enkele bladeren bruin verkleuren.
-
Tomatenmineermot —
De Tuta absoluta is een mineermot die vooral bij tomaat, aubergine, paprika en aardappel voorkomt en flinke schade kan geven.
-
Valse meeldauw - komkommer —
Deze schimmel dringt de bladeren binnen waarna hoekige vlekken ontstaan begrensd door de bladnerven. De vlekken zijn eerst licht chlorotisch, vervolgens geel en daarna bruin.
-
Valse meeldauw - roos —
Valse meeldauw, of 'het zwart' is een ziekte, die in roos schade kan aanrichten. Deze waterschimmel kan met name in het najaar, als de luchtvochtigheid hoog is problemen veroorzaken.
-
Valse meeldauw - sla —
Bremia lactucae, door telers ook wel 'het wit', genoemd, is een ziekte die in de teelt van sla onder glas en in de buitenteelt grote schade kan aanrichten.
-
Varenrouwmug —
Op glazen staafjes lijkende maden, 3 - 4 mm lang, ze vreten aan de zaailingen, verspeende planten en stekken. Vooral op vochtige plekken.
-
Verticillium-verwelkingsziekte - Chrysant —
Verticillium is een schimmelziekte, die in chrysant soms schade aanricht. De ziekte is herkenbaar aan vergeling, fletsgroen of dof worden en verwelking van het blad beginnend onder aan de plant en in een later stadium aan de hele plant.
-
Verticillium-verwelkingsziekte of slaapziekte - glasgroenten —
Slaapziekte of Verticilllium-verwelkingsziekte veroorzaakt door Verticillium albo-atrum en Verticillium dahliae is een schimmelziekte die in aubergine soms schade aanricht.
-
Verticillium-verwelkingsziekte of slaapziekte - tomaat —
Verticillium albo-atrum of slaapziekte is een schimmelziekte die in tomaten soms ernstige schade aanricht. De schimmel is herkenbaar aan verwelking van het blad, de plant of delen van de plant en vergeling van het blad.
-
Witte vlieg - kaswittevlieg —
Op de bladonderzijde sneeuwwitte, gevleugelde insecten eitjes en larven met honingdauw. Bij aanraking vliegen de volwassen vliegjes op. Door saponttrekking worden de bladeren geel.
-
Wolluis - algemeen —
Wolluis is te herkennen aan de witte, wasachtige dradenmassa waarmee ze zich omgeven. Ze zijn meestal te vinden in de toppen, in de oksels van de bladeren maar ook in bladscheden waar ze moeilijk te vinden zijn.
-
Wolluis - bromelia —
Wolluis behoort tot de familie Pseudococcidae. De belangrijkste soorten die in de kassen voorkomen behoren tot de geslachten Planococcus en Pseudococcus.
-
Wolluis - citruswolluis - langstaartwolluis —
Wolluizen hebben hun naam te danken aan het feit dat het lichaam van de vrouwtjes in het derde nymfen stadium bedekt is met wit, wasachtig materiaal in de vorm van poeder, draden, uitsteeksels of plaatjes.
-
Wortelduizendpoot —
De wortelduizendpoot is een polyfaag organisme, dat in gangen en holten in de bodem leeft. Ze zijn niet instaat zelf gangen te graven, maar maken gebruik van bestaande scheuren en ruimten.
-
Wortelknobbelaaltje - paprika —
Meloidogyne spp. of het wortelknobbelaaltje kan onder andere in paprika tot veel schade leiden. Aantasting door wortelknobbelaaltjes in het gewas is zichtbaar doordat delen in de kas achterblijven in groei.
-
Wortelknobbelaaltje - snijbloemen —
Wortelknobbelaaltje kan onder andere in sierteelt tot veel schade leiden. Aantasting door wortelknobbelaaltjes in het gewas is zichtbaar doordat plekken in de kas achterblijven in groei.
-
Wortellesieaaltje —
Groeiremming en moeheid door afgestorven en sterk vertakte en veel bossige wortels. Op de levende wortels zijn langwerpige verrotte plekjes (lesies) te zien.
-
Wortellesieaaltje - wortel, selderij, peterselie, sla, andijvie —
Pratylenchus-soorten tasten het wortelstelsel van gewassen aan waardoor wortelrot ontstaat. Ze hebben een voorkeur voor lichtere gronden.
-
Wortelwolluis —
De wortelluis is een polyfage soort die afkomstig is uit Midden en Zuid Amerika en die door de plantenhandel naar andere landen buiten zijn oorsprongsgebied is vervoerd. De eerste vondst in Nederland was in 1990 in een kas.
-
Zuidelijk of Warmteminnend wortelknobbelaaltje - tomaat —
Meloidogyne incognita of het Zuidelijk wortelknobbelaaltje (synoniem: warmteminnend wortelknobbelaaltje) kan onder andere in tomaat tot veel schade leiden. Aantasting door wortelknobbelaaltjes in het gewas is zichtbaar doordat plekken in de kas achterblijven in groei.
-
Zuidelijke groene stinkwants —
Stinkwantsen komen in grote delen van Europa voor en vormen een steeds groter probleem in met name de paprika en chrysantenteelt en in sommige komkommerteelten in België en Nederland.