Floridamineervlieg

Mineervliegen komen in veel planten voor. Vooral de Liriomyza species zijn zeer polyfaag (hebben veel waardplanten). Het zijn kleine vliegen, waarvan de larven gangen vreten in de bladeren (mineren).

 Met de legboor maakt het vrouwtje gaatjes in de bladeren, meestal aan de bovenkant. Hieruit wordt voeding aan de plant onttrokken of er wordt een ei in gelegd. De eieren liggen beschermd in het blad. De mannetjes maken gebruik van de voedingsgaatjes die vrouwtjes hebben gemaakt om zich te voeden. De voedings- en ei legstippen zijn in het gewas duidelijk zichtbaar. De larven beginnen direct, nadat ze uit het ei zijn gekomen, met eten. De larven graven gangetjes/mijntjes, die breder worden naarmate de larve groeit. Vlak voor het verpoppen, knagen de larven een gat in het blad en laten zich op de grond vallen. Ze kruipen weg in de grond of op andere donkere, beschermde plaatsen, zoals plooien in het plastic bij substraatteelten.

Floridamineervlieg lijkt sterk op tomaten mineervlieg. De larven van Floridamineervlieg zijn okergeel. Die van de tomatenmineervlieg zijn transparant en later in de tijd witachtig. De poppen zijn nauwelijks van elkaar te onderscheiden.

De populatie bestaat uit mannetjes en vrouwtjes. Mineervliegen doorlopen 6 stadia: ei, drie larvestadia, een pop en een volwassen stadium. Volwassen mineervliegen hebben een gele kop, een gele buik en een zwarte rug met een gele halvemaanvormige vlek.

De ontwikkelingsduur van mineervliegen is afhankelijk van temperatuur en waardplant.

Floridamineervlieg ontwikkelt zich op tomaat langzamer dan de tomatenmineervlieg bij dezelfde temperatuur, maar op chrysant is de ontwikkeling sneller. Ook het aantal eieren dat op chrysant wordt afgezet is vele malen hoger dan op tomaat. De levensduur van Floridamineervlieg op chrysant is korter dan op tomaat, maar het aantal eieren dat in die periode wordt gelegd is 275 - 300 op chrysant tegen 80 op tomaat.

• Goede hygiëne en insectengaas in de luchtramen kunnen een aantasting van gewassen verminderen tot vrijwel voorkomen.

• Gele vangplaten (met lijm) worden gebruikt om de aanwezigheid van mineervliegen vast te stellen.

• Mineervliegen kunnen bestreden worden met zowel chemische middelen als natuurlijke vijanden, verschillende sluipwespen. De sluipwespen kunnen worden uitgezet, maar komen vaak ook spontaan voor.

• In chrysant worden vaak breedwerkende insecticiden gebruikt tegen ander plagen. Deze middelen zijn niet te combineren met de sluipwespen

• Floridamineervlieg heeft resistentie ontwikkeld tegen een aantal chemische middelen.