Smet

Gewas: Sla

Wetenschappelijke naam: Sclerotinia, Rhizoctonia, Botrytis

Groep: Schimmels

Aantasting door Rhizoctonia
Aantasting door Rhizoctonia

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Smet in sla en andijvie is een verzamelnaam voor ziekten veroorzaakt door verschillende pathogenen (ziekten verwekkers). Het smetcomplex wordt veroorzaakt door Sclerotinia (rattenkeutelziekte), Rhizoctonia (zwartpoot) en Botrytis (smeul).

Aantasting door Sclerotinia sclerotiorum en Sclerotinia minor veroorzaken planten die in elkaar zakken (zakkers). Beide schimmels zijn te herkennen aan wit schimmelpluis, meestal bij de aanhechting van de ombladen aan de stengel. In het geval van S. sclerotiorum zijn vaak de typische (zie foto) rattenkeutels te vinden. S. minor vormt ook rattenkeutels, maar deze zijn kleiner, ongeveer ter grootte van een speldeknop en veel groter in aantal. De aanpak van S. minor is in overeenstemming met die van S. sclerotiorum.

Rhizoctonia veroorzaakt kleine bruine vlekjes, die meestal voorkomen op de nerven van de onderste ombladen van de sla (zie foto). Deze kunnen later in de keten gaan rotten. Rhizoctonia blijft over in de bodem.

Botrytis wordt gekenmerkt door grijs schimmelpluis op de krop en tast de plant aan als deze op enige manier al beschadigd is. Het optreden van deze schimmel is secundair.

Bij kort durende teelten vormt smet meestal geen probleem. Kort na het planten kunnen planten slap gaan hangen en vervolgens wegvallen. Soms is de oorzaak dat te oude planten worden uitgezet die dan een bruin verkleurde poot krijgen waardoor grijsgrauw schimmelpluis groeit, dat gemakkelijk verstuift. Vooral bij hoge luchtvochtigheid kan gedurende de hele teelt blad worden aangetast.

Levenswijze

Levenswijze

Sclerotinia kan op veel meer gewassen voorkomen dan alleen op sla. Meerdere schermbloemigen (peen, knolselderij, bleekselderij en knolvenkel), koolsoorten, andijvie, courgette, bonen, erwten en witlof kunnen aangetast worden. Heeft Sclerotinia zich eenmaal in de grond gevestigd, dan duurt het jaren voordat het besmettingsniveau weer afneemt.

Botrytis cinerea is een algemeen voorkomende schimmel met een brede waardplantenreeks, waaronder aardbei, bladgewassen, witlof, courgette, pompoen, bonen en erwten. De ziekte kenmerkt zich door zeer oppervlakkige, lichtbruine vlekken, overdekt met een aanvankelijk wit, later grijs schimmelpluis. De schimmel heeft dood organisch materiaal nodig om te overleven. Vitaal plantmateriaal wordt niet door Botrytis geïnfecteerd. De schimmel kan zich in de bewaring uiten, en treedt daar meestal als secundaire aantaster op. Overleving van de schimmel in de gewas loze periode vindt plaats op gewasresten en op andere gewassen.

Maatregelen

Maatregelen

Beheersmaatregelen Sclerotinia
  • Een ruime vruchtwisseling, tenminste 1 op 5.

  • Na de oogst zo snel mogelijk plantenresten verwijderen of onderploegen.

  • Biologische grondontsmetting (verse biomassa doorspitten, natmaken en afdekken) heeft een bestrijding van Sclerotinia

Beheersmaatregelen Botrytis
  • Bij teelten van sla en ijssla korter dan zes weken (zomerteelten) is in de meeste gevallen bestrijding overbodig. Indien het gewas wordt beschadigd (hagel, wind) kan het advies gevolgd worden van `teelt langer dan zes weken'.

Bij teelten langer dan zes weken kan tot één week na het planten gespoten worden met een toegelaten middel. De behandeling moet binnen twee tot vier weken herhaald worden afhankelijk van het middel.

Meer informatie

Meer informatie

  •  

Â