8.3: De fenotypische informatie optimaliseren
Fenotypen van dieren kunnen blijvend beïnvloed worden door, bijvoorbeeld, de boerderij waar de dieren gehouden worden, de manier waarop ze verzorgd worden, of ze in de zomer of winter geboren zijn, hun geslacht, etc. Voor een eerlijke vergelijking van de dieren gebaseerd op hun fenotypen is het belangrijk om je bewust te zijn van deze systematische invloeden en om rekening met deze invloeden te houden wanneer je de fenotypische superioriteit van een dier definieert. Bijvoorbeeld, wanneer mannetjes gemiddeld 5 kg zwaarder zijn dan vrouwtjes, dan zou je bij de correctie voor het effect 5 kg van het gewicht van alle mannetjes af halen, zodat je mannetjes en vrouwtjes direct kunt vergelijken op hun gewicht.
Het effect van het corrigeren van de fenotypische superioriteit voor systematische effecten is dat het resulteert in een ‘opgeschoond’ fenotype dat de genotypische superioriteit beter weerspiegelt. De opgeschoonde fenotypen maken het dus mogelijk om een betere voorspelling van de regressie coëfficiënt te maken. Dit wordt weergegeven in figuur 2. Links zie je een wolk van datapunten die de ‘ruwe’ data weergeeft: de data zonder de correctie voor enige systematische effecten. Wanneer je een regressielijn door de data plaatst, is de regressie coëfficiënt gelijk aan 0.3. Rechts zie je dezelfde situatie na het ‘opschonen’. De regressie coëfficiënt is toegenomen, wat aangeeft dat de fenotypische informatie een betere voorspeller is geworden voor de echte fokwaarde.
Dus:
De waarde van fenotypische superioriteit voor de fokwaardeschatting kan worden geoptimaliseerd door de data op te schonen van systematische omgevingseffecten.