/
8.9: Voorbeelden van fokwaardeschattingen

8.9: Voorbeelden van fokwaardeschattingen

Eerst gaan we terug naar het schatten van fokwaarden. Ter herinnering: voor het schatten van de fokwaarde heb je de regressie coëfficiënt nodig, maar ook de fenotypisch superioriteit. Dus hoe krijgen we die als we informatie van meer dan één dier hebben? Gelukkig is dat simpel: neem gewoon het gemiddelde. Bijvoorbeeld, als je de fokwaarde van een stier met 20 nakomelingen wil schatten gebaseerd op de prestatie van de nakomelingen, dan moet je het gemiddelde van de prestatie van de nakomelingen nemen en dit relateer je aan het populatiegemiddelde. Als het nakomelingengemiddelde 50 is en het populatiegemiddelde is 40, dan is:

De volgende stap is om de regressie coëfficiënt en de fenotypische superioriteit te combineren zodat we de fokwaarde kunnen schatten. Onthoud het principe:

 

Er zijn altijd drie stappen die je moet nemen als je de fokwaarde van een dier gaat schatten:

  1. Bepaal de fenotypische superioriteit van je informatiebron

  2. Bepaal de regressie coëfficiënt

  3. Combineer de vorige twee om tot de fokwaardeschatting te komen

Hieronder vind je wat voorbeelden hoe je dit in de praktijk toe moet passen.



Voorbeelden:

De erfelijkheidsgraad voor berijdbaarheid in paarden is 0,29. De vader van deze hengst scoorde een 9,5 voor berijdbaarheid, en de moeder een 9,0. Het populatiegemiddelde is 7,0.

Stap 1: de fenotypische superioriteit is gelijk aan het oudergemiddelde, dus (9,5+9,0)/2 – 7,0 = 2,25

Stap 2: de regressie coëfficiënt voor oudergemiddelde informatie is h2 = 0,29

Stap 3: de EBV = = 0,29 * 2,25 = 0,65

De erfelijkheidsgraad voor melkproductie is 0,3. De dochters produceren gemiddeld 10.000 kg en het populatiegemiddelde is 9.500 kg.

Stap 1: de fenotypische superioriteit = 10.000 – 9.500 = 500 kg.

Stap 2: de regressie coëfficiënt (volgens de formule voor nakomelinginformatie in tabel 1)

 b =  = (½ * 100 * 0,3)/(1+ ¼*(100-1)*0,3) = 15 / 8,425 = 1,78.

Stap 3: de EBV voor de melkproductie van deze stier is 1,78 * 500 = 890 kg.

Let op: de maximale regressie coëfficiënt van een enkele ouder (meestal de vader) op nakomelingen is 2 omdat de vader de helft van zijn genoom aan de nakomelingen doorgeeft. Als je dat omdraait, en als je aanneemt dat de vader met gemiddelde vrouwelijke dieren is gepaard, geldt dat als je informatie hebt van de superioriteit van de nakomelingen dat dat dan de superioriteit van de vader tweemaal zo hoog is.

De maximale regressie coëfficiënt wanneer je nakomelinginformatie gebruikt is 2 en niet 1.

De erfelijkheidsgraad voor slachtgewicht is 0,4, het populatiegemiddelde is 875 g/d en dat van de 20 volle broers en zussen is 900 g/d. Het gemeenschappelijke omgevingseffect voor volle broers en zussen (c2) = 0,45.

Stap 1: de fenotypische superioriteit = 900 – 875 = 25 g/d

Stap 2: de regressie coëfficiënt = (½* 20 * 0,4)/(1+(20-1)*( ½* 0,4 + 0,45)) = 4/13,35 = 0,30

Stap 3: de EBV voor gemiddelde dagelijkse gewichtstoename tijdens de groei van 25 tot 100 kg voor dit varken = 25 * 0,3 = 7,5 g/d.

Let op: de regressie coëfficiënt is lager dan de erfelijkheidsgraad. De reden hiervoor is dat volle broers en zussen meer op elkaar lijken omdat ze de gemeenschappelijke omgeving delen. Daarom kan een kleiner deel van de fenotypische superioriteit worden toebedeeld aan het delen van allelen dan zonder een gemeenschappelijke omgeving. Dit wordt meegenomen door de c2 wanneer de regressie coëfficiënt bepaald wordt voor het schatten van de fokwaarde.

De aanwezigheid van een gemeenschappelijke omgevingseffect heeft een verlagend effect op de geschatte fokwaarde



Related content

8.7: Fokwaardeschatting: de beginsituatie
8.7: Fokwaardeschatting: de beginsituatie
More like this
8.2: In meer detail: fokwaardeschatting
8.2: In meer detail: fokwaardeschatting
More like this
8.4: Nauwkeurigheid van de fokwaarde: het concept
8.4: Nauwkeurigheid van de fokwaarde: het concept
More like this
13.5: Praktische zaken die de respons op selectie beïnvloeden
13.5: Praktische zaken die de respons op selectie beïnvloeden
More like this
8.11 Nauwkeurigheid van geschatte fokwaarden
8.11 Nauwkeurigheid van geschatte fokwaarden
More like this
8.8: Andere typen van informatiebronnen
8.8: Andere typen van informatiebronnen
More like this