/
4.15.1.2 Afstammingscontrole in genomic selection programma's (2024)

4.15.1.2 Afstammingscontrole in genomic selection programma's (2024)

In genomic selection programma’s van fokkerijorganisaties is een procedure opgenomen die de afstamming controleert wanneer de DNA-gegevens van een nieuw dier worden toegevoegd aan de DNA-gegevens van de fokpopulatie inclusief de ouders. Hier is de afstammingsprocedure gebaseerd op tegenovergestelde homozygoten. Het kan opnieuw worden geïllustreerd met deze figuur:

Bijvoorbeeld als het dier (pup in de tabel) homozygoot is voor allel 2 en de vader homozygoot is voor allel 1 dan moet er iets mis zijn. Het is duidelijk dat dit niet kan worden geconcludeerd wanneer een 50 k SNP-chip wordt gebruikt en slechts op één locus een inconsistentie tussen een ouder en zijn nakomelingen wordt gedetecteerd. Het kan dus een detectiefout zijn. Het kan verstandig zijn om een inconsistentie tussen een ouder en zijn nakomelingen te melden als er op één procent van de loci inconsistenties worden gevonden.

 

Related content

4.15.2 Door merkers ondersteunde selectie op monogene kenmerken (2024)
4.15.2 Door merkers ondersteunde selectie op monogene kenmerken (2024)
Read with this
1.8.1 De ontwikkeling van genomic selection (2024)
1.8.1 De ontwikkeling van genomic selection (2024)
More like this
4.15.4 Sequencing van het hele genoom (2024)
4.15.4 Sequencing van het hele genoom (2024)
Read with this
8.15.2: Nauwkeurigheid van genomic selection (new)
8.15.2: Nauwkeurigheid van genomic selection (new)
More like this
4.13 De mogelijkheden van DNA-analyse en monsters voor het verzamelen van DNA (2024)
4.13 De mogelijkheden van DNA-analyse en monsters voor het verzamelen van DNA (2024)
Read with this
7.7.1 Homozygotie in kaart brengen als hulpmiddel om recessieve schadelijke mutaties te detecteren (2024)
7.7.1 Homozygotie in kaart brengen als hulpmiddel om recessieve schadelijke mutaties te detecteren (2024)
More like this