8.7: Fokwaardeschatting: de beginsituatie
Voor het schatten van fokwaardes zijn twee dingen nog steeds nodig: fenotypische informatie en de regressie coefficient van de TBV op de fenotypische superioriteit. Ouder-nakomeling regressie, welke gebruikt kan worden om de erfelijkheidsgraad te schatten, zoals aangegeven is in het hoofdstuk over de genetische modellen, is een manier om de fokwaarde van de nakomelingen te schatten die is gebaseerd op de prestatie van de ouders. In het geval van informatie van een enkele ouder is de regressie coefficient gelijk aan de helft van de erfelijkheidsgraad, waar de helft slaat op de additief genetische relatie tussen de ouder en de nakomeling. De EBV van de nakomelingen worden als volgt berekend:
EBVnakomeling = bouder-nakomeling * (Pouder - Pgemiddeld) = ½ h2 * (Pouder - Pgemiddeld )
Als informatie van beide ouders beschikbaar is, is de regressie van de fenotypen van de nakomelingen op het gemiddelde van de ouders gelijk aan de erfelijkheidsgraad, de additief genetische relatie met beide ouders is 2*0,5 = 1, dus dan wordt de EBV:
EBVnakomeling = h2 * (Pgemiddelde van de beide ouders - Pgemiddeld)