Spring naar het einde van metadata
Ga nar het begin van metadata

Je bekijkt een oude versie van deze pagina. Bekijk de huidige versie.

Vergelijk met huidige Toon pagina geschiedenis

Versie 1 Volgende »

  • Pagina:
    Aardaker — De bloemen zijn karmozijnrood en komen als losse trossen uit de bladoksels. Ze ruiken sterk. De plant vormt rodeknollen ter grootte van hazelnoten. De plant kan ongeveer 120 cm hoog worden.
  • Pagina:
    Aardappelopslag — Aardappelopslag is de term die gebruikt wordt voor aardappelplanten die opkomen in een ander gewas. Het zijn de uitlopende verliesknollen van het aardappelgewas dat de voorvrucht was van het huidige gewas.
  • Pagina:
    Akkerandoorn — De kiembladen zijn rond en de basis ervan maakt een rechte hoek met de bladsteel. De plant is liggend en kan tot 20 cm hoog worden. De bloemen zijn klein en lichtroze.


  • Pagina:
    Akkerdistel — De akkerdistel is een overblijvende plant tot een hoogte van meer dan 1 m. De planten hebben ongevleugelde, meestal bochtige stengels.
  • Pagina:
    Akkerereprijs — Er zijn vele soorten ereprijs, waarvan er enkele sterk op elkaar lijken. Bijna alle soorten vormen planten met liggende tot kruipende stengels met veel klierharen.
  • Pagina:
    Akkerhoornbloem — Afhankelijk van zijn groeiplaats is de hoornbloem een rechtop groeiende plant of een zodevormer. In gazons en grasvelden komt de hoornbloem vaak voor als zodevormer.
  • Pagina:
    Akkerkers — De akkerkers heeft veerdelig blad met een puntige eindslip.
  • Pagina:
    Akkerkool — De akkerkool is een slanke plant met bloemen die lijken op de paardebloem.
  • Pagina:
    Akkermelkdistel — De overblijvende akkermelkdistel heeft een doffe, blauwgroene kleur en bereikt een hoogte van 100 cm tot 150 cm. de gehele plant bevat wit melksap.
  • Pagina:
    Akkermunt — Akkermunt is een overblijvende soort. De bloeitijd duurt van juli tot en met september. Ze wordt ongeveer 20 tot 40 cm en vormt ondergrondse uitlopers.
  • Pagina:
    Akkerpaardenstaart of heermoes — De akkerpaardenstaart is een tot 40 cm hoog wordend wortelonkruid.
  • Pagina:
    Akkerviooltje — De kiemplant van het akkerviooltje heeft aanvankelijk blaadjes met een gave rand.
  • Pagina:
    Akkerwinde — Bladeren met gave bladrand, stompe top en brede pijlvormige voet. Kantige, taaie stengels.
  • Pagina:
    Ambrosia — In Nederland komen drie ambrosiasoorten voor: alsemambrosia (Ambrosia artemisiifolia L.), zandambrosia (Ambrosia psilostachya) en driedelige ambrisia (Ambrosia trifida).
  • Pagina:
    Basterdwederik — Basterdwederik is een algemeen voorkomend zaadonkruid. Er zijn diverse soorten die sterk op elkaar lijken en onderling ook kruisen.
  • Pagina:
    Beklierde duizendknoop - knopige duizendknoop — De volwassen plant van beklierde duizendknoop lijkt op het oog op perzikkruid, maar heeft kleine kliertjes aan de onderzijde van de bovenste bladeren.
  • Pagina:
    Bernagie, borage, komkommerkruid — Bernagie vormt forse planten tot 50 cm hoog met een penwortel. De gevleugelde stengels, knoppen en bladeren zijn bezet met vele afstaande, grijze haren.
  • Pagina:
    Biggenkruid — Deze overblijvende tot 50 cm hoge plant heeft een rechtop staande stengel met bloeiwijze. De bloeistengel is vertakt, de bloemen zijn zo groot als paardebloemen.
  • Pagina:
    Bijvoet — Overblijvende plant tot 150 cm hoogte met onaangenaam geurende bladeren en bloemen. De stengels zijn opstaand, erg taai, rood aangelopen en dicht bebladerd.
  • Pagina:
    Bitterzoet — Bladeren met gave bladrand, langwerpig tot eirond, de bovenste spiesvormig of geoord.
  • Pagina:
    Blaartrekkende boterbloem — Deze soort is eenjarig, wordt 5-70cm groot en bloeit van mei tot en met oktober. 
  • Pagina:
    Boerenwormkruid — Het boerenwormkruid is overblijvende plant van meer dan 1 m hoogte. Meestal een sterk bossige plant met een sterk aromatische geur en een kruipende wortelstok.
  • Pagina:
    Bonte wikke — Bonte wikke is een eenjarig tot meerjarige plant die vooral voorkomt op warme zanderige leemgronden.
  • Pagina:
    Canadese fijnstraal — De Canadese fijnstraal is éénjarige of tweejarige plant van ongeveer 1 m hoog. De opgaande stengel is dicht bebladerd met enkelvoudige bladeren.
  • Pagina:
    Cipreswolfsmelk — Cipreswolfsmelk is eenjarig en kiemt van het late voorjaar tot in de herfst. De plant komt vooral voor op droge kalkhoudende zand- en leemgronden.
  • Pagina:
    Dauwnetel — De bloemen zijn goudgeel met een paarse onderlip met donkere aderen: het honingmerk. Bovenop de bloem bevindt zich een kuifje van lange haren. De bloemen zitten in kransen in de oksels van de bladeren. De plant kan een meter hoog worden.
  • Pagina:
    Doornappel — Doornappel is een eenjarige soort. Ze bloeit van juni tot en met september.
  • Pagina:
    Draadereprijs — Er zijn vele soorten ereprijs, waarvan er enkele sterk op elkaar lijken. Bijna alle soorten vormen planten met liggende tot kruipende stengels met veel klierharen.
  • Pagina:
    Driekleurig viooltje — Het driekleurig viooltje is eenjarig, maar kan ook meerjarig zijn. De plant kiemt jaarrond, maar vooral in de herfst.
  • Pagina:
    Duist — Duist is een sterk uitstoelende grassoort, die tot 80 cm hoog kan worden.
  • Pagina:
    Duivenkervel — De plant bloeit met weinig opvallende wit-rose bloempjes.
  • Pagina:
    Duizendblad — Overblijvende plant tot 50 cm hoog met rechtop staande stengels die bij de bloeiwijze sterk vertakt zijn. De plant heeft een sterke aromatische geur.
  • Pagina:
    Echte kamille — Eénjarige plant tot 50 cm hoogte met geurende bladeren en bloemen. De bloemen lijken op margrieten.
  • Pagina:
    Engels raaigras — Plant met opgaande stengels die aan de voet vaak rood gekleurd zijn, gladde, heldergroene bladeren die aan de onderzijde sterk glimmen en in jonge toestand gevouwen zijn.
  • Pagina:
    Europese hanenpoot — Plant met brede, onbehaarde donkergroene bladeren met veel nerven. Middennerf vaak lichtgekleurd.
  • Pagina:
    Fioringras — Het is een overblijvende soort en vormt niet of nauwelijks wortelstokken. Ze bloeit van juni tot en met september en wordt 8 tot 60 cm hoog.
  • Pagina:
    Fluitenkruid — Het fluitenkruid is een overblijvende, grote tot 150 hoge plant met een gegroefde, holle stengel, die meestal kaal is. De bladeren zijn twee- tot driemaal geveerd.
  • Pagina:
    Fluweelblad — Fluweelblad is eenjarig en bloeit kort in juli en augustus.  Zij wordt 50 cm tot 1,5 meter hoog.
  • Pagina:
    Gehoornde klaverzuring — Gehoornde klaverzuring is een plant met bruin rode bladeren en gele bloempjes, die alleen bij zonnig weer open gaan. Deze klaverzuring wordt tot ongeveer 10 cm groot
  • Pagina:
    Gekroesde melkdistel — In het jeugdstadium is de plant te herkennen aan de ovaalronde, gave bladeren die een rozet vormen. De bladrand is bezet met stijve prikkende haren, waardoor de plant ruw aanvoelt.
  • Pagina:
    Gele bieslelie — Gele Bieslelie is een wintergroene tot halfwintergroene vaste plant met zwaardvormige, grasachtige, grijsgroene bladeren en een polvormende groei.
  • Pagina:
    Gele ganzenbloem — De soort is eenjarig, bloeit van juni tot en met september en wordt 30 tot 60 cm hoog.
  • Pagina:
    Gewone berenklauw — De gewone berenklauw is meestal tot ongeveer 1 m hoge ( tot maximaal 1.5 m) plant met schermen die een diameter hebben van maximaal 30 cm.
  • Pagina:
    Gewone hennepnetel — De kiemlobben van hennepnetel zijn getand en veel groter dan de kiemlobben van andere lipbloemigen zoals de paarse dovenetel en de hoenderbeet.
  • Pagina:
    Gewone klaproos — De grote of gewone klaproos (Papaver rhoeas) met rode bloemen is een plant uit de papaverfamilie (Papaveraceae). Deze plant kan wel 80 cm hoog worden en bevat een wit melksap
  • Pagina:
    Gewone melkdistel — De éénjarige melkdistel heeft een doffe, blauwgroene kleur en bereikt een hoogte van 80 cm tot 100 cm.
  • Pagina:
    Gewone raket — De gewone raket vormt een bladrozet. De samengestelde grondbladeren hebben een grote afgeplatte eindlob.
  • Pagina:
    Gewone steenraket — Gewone steenraket komt op als een onregelmatig gevormd rozetje van bladeren. De blaadjes zijn smal en lopen uit in een scherpe punt. De plant bloeit met een plat schermpje van gele bloemen.
  • Pagina:
    Gewoon barbarakruid — Gewoon barbarakruid is een twee- tot meerjarige plant die vooral voorkomt op voedingsrijke zand- en leemgronden met een goede vochtvoorziening. Komt voor bij intensieve teelt van koolzaad.
  • Pagina:
    Glad vingergras — Plant met korte, brede bladeren welke alleen aan de bladvoet behaard zijn. De bladschede is onbehaard.
  • Pagina:
    Groene naaldaar — Plant met vrij brede lichtgroene kale bladeren met een witte tot lichtgroene middennerf.
  • Pagina:
    Groot kaasjeskruid — Groot kaasjeskruid is één- tot meerjarige plant die vooral op voedingsrijke en humusrijke leem- en zandgronden voorkomt.
  • Pagina:
    Grote brandnetel — Tweehuizige plant, met mannelijke en vrouwelijke planten, met vierkante stengels tot 150 cm. De tegenoverstaande bladeren zijn donkergroen, donzig behaard, grof gezaagd, langwerpig, toegespitst en met een hartvormige voet tot 10 cm lang.
  • Pagina:
    Grote ereprijs — Grote ereprijs is een eenjarig, vooral in het voorjaar kiemend onkruid. De plant komt vooral voor op humusrijke, voedselrijke, vochtige grond.
  • Pagina:
    Grote hardvrucht — Grote hardvrucht kan zowel in het voorjaar als in het najaar kiemen en is meestal meerjarig. De plant groeit vooral op voedingsrijke en humusrijke zand- en leemgronden.
  • Pagina:
    Grote leeuwenklauw — Grote leeuwenklauw is een éénjarige plant, hoogte variërend van 2 tot 20 cm. De plant is beschermd en staat op de  Nederlandse Rode lijst van planten.
  • Pagina:
    Grote waternavel — Grote waternavel is een invasieve oeverplant afkomstig uit Zuid-Amerika en ingevoerd als vijverplant.  Grote waternavel groeit vooral in voedselrijk stilstaand tot zwakstromend water zoals moerassen, vijvers, kanalen en sloten.
  • Pagina:
    Grote weegbree — De grote weegbree is een overblijvende plant van 10 - 30 cm hoogte. De brede bladeren staan in een rozet aan en zijn onderaan hartvormig overgaand in een gevouwen bladsteel.
  • Pagina:
    Grote windhalm — Deze grassoort is een jarig en wordt 40 tot 1.20 cm hoog. Zij bloeit van juni tot en met augustus.
  • Pagina:
    Grove varkenskers — Grove varkenskers is een eenjarige plant die vooral voorkomt op vochtige kleigrond. De plant kan goed tegen zout. Ook op paden kan met grove varkenskers aantreffen. De bloei is van juni tot augustus. 
  • Pagina:
    Haagwinde — Haagwinde is kaal, of weinig behaard. Grote bladeren met gave bladrand, hartvormig met een spitse top en hoekige tot pijlvormige voet.
  • Pagina:
    Heggenrank — Heggenrank is tweehuizig, dus de bloempjes zijn óf mannelijk of vrouwelijk en komen op verschillende planten voor. De heggenrank vormt knolvormige wortelstokken.
  • Pagina:
    Herderstasje — Herderstasje wordt maximaal 40 tot 50 cm hoog. De kiemplant heeft aanvankelijk nog bijna gave bladeren.
  • Pagina:
    Herfstleeuwentand — De herfstleeuwentand lijkt op de paardebloem, maar heeft een dunne vertakte stengel.
  • Pagina:
    Herik — Kenmerkend voor herik zijn de kiemlobben, die vrijwel gelijk zijn aan de kiemlobben van koolplanten zoals boerenkool en bloemkool.
  • Pagina:
    Hoenderbeet — Hoenderbeet wordt tot 30 cm hoog en bloeit van april tot september.
  • Pagina:
    Hondsdraf — Hondsdraf heeft liggende stengels, de bloemstengels richten zich meestal op. De bladeren zijn bijna rond, gekarteld met een ingesneden voet.
  • Pagina:
    Hondspeterselie — Hondspeterselie is een tot 1.2 m hoge plant.
  • Pagina:
    Jakobskruiskruid — Een steeds vaker voorkomend onkruid in grasland is Jakobskruiskruid. Dit onkruid is giftig voor vee. In het onkruid zitten bepaalde stoffen (glycosiden) die leverbeschadiging kunnen veroorzaken.
  • Pagina:
    Japanse duizendknoop — Deze soort is overblijvend en wordt 1 tot 3 meter hoog. De bloeitijd is augustus en september. 
  • Pagina:
    Kaal knopkruid — Eénjarige, vertakte plant tot 80 cm hoog. De stengel is bovenaan donzig behaard.
  • Pagina:
    Kale gierst — De bladeren hebben een ruwe bladschijf met een witte middennerf. Het tongetje is een krans van witte haren, er zijn geen oortjes. De bladschede is rond en meestal kaal. De plant is vaak rijk vertakt met gedeeltelijk geknikte stengels. De bloeiwijze is en smalle pluim.
  • Pagina:
    Kleefkruid — Het kleefkruid is een sterk woekerende plant met liggende tot klimmende vierkantige stengels tot 150 cm lang.
  • Pagina:
    Klein hoefblad — Deze overblijvende plant tot 20 cm hoog heeft een kruipende wortelstok en maakt veel uitlopers. De wortelstokken zijn onregelmatig van dikte.
  • Pagina:
    Klein kaasjeskruid — Het is een eenjarige soort die soms kan overblijven.  De hoogte is 10 tot 40 cm en ze bloeit in juni tot en met september.
  • Pagina:
    Klein kruiskruid — Eenjarige plant met veervormige, diep ingesneden, getande bladeren. De bladeren en stengel zijn enigszins vlezig.
  • Pagina:
    Klein liefdegras — Kleinblijvende grassoort die wel wat op een donker gekleurd straatgrasje lijkt.
  • Pagina:
    Kleine brandnetel — Eenjarige, éénhuizige 10 - 40 cm hoge planten met staande stengels. De donkergroene, tegenoverstaande bladeren zijn eivormig en ingesneden van ¼ tot ½, de onderste bladstelen zijn langer dan het blad.
  • Pagina:
    Kleine ooievaarsbek — Kleine ooievaarsbek vind je meest op een open, zonnige of soms half beschaduwde en vaak omgewerkte bodem. De bloemen zijn bleek blauwpaars of heel soms paarsrood en zo'n 2 tot 5 mm lang.
  • Pagina:
    Kleine veldkers — De plant vormt een bladrozet, waarvan de blaadjes samengesteld zijn.
  • Pagina:
    Klimopereprijs — Klimopereprijs is eenjarig en wordt 7 tot 30 cm. De bloeitijd is van maart tot en met mei.
  • Pagina:
    Knolcyperus — Knolcyperus heeft een bijna bladloze stengel.
  • Pagina:
    Knopherik — Kenmerkend voor de kiemplant zijn de grote koolachtige kiemlobben. De plant wordt tot ongeveer 60 cm hoog en doet denken aan een wilde radijs.
  • Pagina:
    Korenbloem — Het is een slanke, vertakte plant tot 60 cm hoog. De bladeren zijn bijna kaal.
  • Pagina:
    Korrelganzenvoet — Het heeft minder het uiterlijk van een ganzenvoet dan de melganzenvoet en de uitstaande melde. Het blad is vrij regelmatig gevormd.
  • Pagina:
    Kransnaaldaar — Brede bladeren, met ruwe bovenkant en bladrand.
  • Pagina:
    Kromhals —  De bloemen hebben vijf kroonbladeren, zijn lichtblauw met een kromme kroonbuis (kromhals!) en zijn ruig behaard. De plant groeit rechtop, kan maximaal 40 cm hoog worden en heeft een lange penwortel.
  • Pagina:
    Kroontjeskruid — Kroontjeskruid is eenjarig en wordt 5 tot 30 cm hoog. De soort bloeit van mei tot  en met oktober. 
  • Pagina:
    Kruipende boterbloem — Kenmerkend voor deze boterbloem is natuurlijk de bekende gele gelobde bloem met opstaande bloemblaadjes, maar ook het driedelige blad, waarop wat lichtere vlekken zichtbaar zijn.
  • Pagina:
    Krulzuring — Krulzuring is een 30 tot 150 cm hoge, overblijvende plant.
  • Pagina:
    Kweek — Dof grijsgroene bladeren met verspreide haren.
  • Pagina:
    Levermos — Levermos is een sporenplant en behoort tot de lagere planten.
  • Pagina:
    Liggend vetmuur — Liggende vetmuur is een overblijvende plant met afmetingen van 1 tot 7 cm en bloeitijd van mei tot oktober.
  • Pagina:
    Look zonder look — Look zonder look is een witbloeiende plant uit de familie van de kruisbloemigen. Kenmerkend voor de plant is de zachte uiengeur, die vrijkomt bij het wrijven van de bladeren.
  • Pagina:
    Madeliefje — Het madeliefje is een overblijvende tot 15 cm hoge plant. De kleine lepel- tot spatelvormige bladeren staan in een rozet. De blaadjes zijn gekarteld tot gezaagd en grasgroen.
  • Pagina:
    Melganzenvoet — Melganzenvoet is een van de meest voorkomende bouwlandonkruiden, maar kan ook in plantsoenen tot ontwikkeling komen.
  • Pagina:
    Moerasandoorn — Moerasandoorn is een overblijvende soort. Ze kan wel 40 tot 120 cm hoog worden en bloeit van juli tot en met oktober. 
  • Pagina:
    Moerasdroogbloem — De moerasdroogbloem is een eenjarige, vertakte, witviltige plant van 5 tot 20 cm hoogte.
  • Pagina:
    Moeraspaardenstaart — De grote stengels zijn meer dan 1 m lang, meestal niet vertakt en fijn geribbeld.
  • Pagina:
    Muizenoor — Deze soort is overblijvend en wordt 2 tot 30 cm. Ze bloeit van mei tot en met september.
  • Pagina:
    Paardenbloem — De paardenbloem is een zeer ingewikkelde soort. In Nederland komen naar schatting tientallen (70) soorten voor die zichzelf klonen.
  • Pagina:
    Paarse dovenetel — De kiemlobben van paarse dovenetel zijn aan een uiteinde getand, aan het andere uiteinde iets gedeukt met een puntje in het deukje.
  • Pagina:
    Papegaaienkruid — Het kiemplantje van papegaaienkruid is rood violet van kleur en niet behaard. De kiemlobben zijn langwerpig en hebben een stompe top en een opvallende centrale nerf. De onderzijde van de kiemlobben is vaak roodachtig van kleur.
  • Pagina:
    Perzikkruid — Het perzikkruid is een 40 tot 80 cm hoge, éénjarige plant met liggende en opstijgende stengels.
  • Pagina:
    Pinksterbloem — Na kieming vormt de pinksterbloem een bladrozet waaruit in het voorjaar de bloemstengels te voorschijn komen.
  • Pagina:
    Pitrus — Pitrus heeft een uit één deel bestaande onbebladerde, gladde, glanzende geelgroene tot bruingroene stengel met een pluimvormige bloeiwijze die op ongeveer een kwart van boven zijdelings uit de stengel groeit.
  • Pagina:
    Postelein — Postelein is een eenjarige plant die 5 tot 50 cm hoog kan worden. Zij bloeit van juni tot en met september.
  • Pagina:
    Rankende helmbloem — De plant bloeit met weinig opvallende wit-rose bloempjes.
  • Pagina:
    Reigersbek — Plant met weinig tot geen beharing op de bladeren.
  • Pagina:
    Reukloze kamille — De plantensoort kan zowel eenjarig als overblijvend voorkomen en wordt 10 tot 60 cm hoog.
  • Pagina:
    Reuzenbalsemien — Reuzenbalsemien is een invasieve exoot afkomstig uit de Himalaya en is begin 1800 als tuinplant naar Europa gehaald en daarna verwilderd. Reuzenbalsemien groeit op zeer veel verschillende plaatsen zoals op oevers van meren, beken en rivieren, in weides, bermen, plantsoenen en bosranden.
  • Pagina:
    Reuzenberenklauw — De zeer grote tot 150 cm planten ruiken onaangenaam. De stengels zijn hol, gevorkt en gegroefd. De soort is berucht vanwege zijn blaartrekkende eigenschap bij zonnige omstandigheden (fototoxisch).
  • Pagina:
    Ridderzuring — Ridderzuring is een overblijvende plant van 40 tot 125 cm hoog.
  • Pagina:
    Riet — Riet is een overblijvende soort en kan 1 tot 3 meter hoog worden. De bloeitijd is van juli tot en met oktober.
  • Pagina:
    Rode ganzenvoet — De bladeren zijn aan de onderkant roodachtig en bloeiwijzen kleuren rood door de rode kleur van het zaad. De opgaande stengel is gegroefd en heeft meestal duidelijke rode lengtestrepen
  • Pagina:
    Rode klaver — Rode klaver is een plant met opgaande, vertakte en behaarde stengels.
  • Pagina:
    Rood guichelheil — Het kiemblad is eivormig met een duidelijke punt, grof, leerachtig glanzend, aan de basis het breedst, aan de onderkant bruin gespikkeld. Het is een onopvallend plantje met oranjerode bloemen dat meestal langs de grond kruipt, waarbij het de uiteinden van de stengels opricht.
  • Pagina:
    Schapenzuring — Schapenzuring is een 10 tot 50 cm hoge, overblijvende plant met een zure smaak en talrijke vlakwortelende wortelstokken.
  • Pagina:
    Scherpe boterbloem — De scherpe boterbloem is herkenbaar aan de handvormig gedeelde bladeren.
  • Pagina:
    Schijfkamille — De eenjarige soort wordt 5 tot 30 cm hoog en bloeit van juni tot en met november. 
  • Pagina:
    Smalle weegbree — De smalle weegbree is een overblijvende plant van 20 - 40 cm hoogte.
  • Pagina:
    Smeerwortel — De smeerwortel heeft ruw behaarde bladeren met dikke nerven.
  • Pagina:
    Speenkruid — De bladeren van speenkruid zijn typisch hart tot niervormig.
  • Pagina:
    Speerdistel — De speerdistel is een 40 - 120 cm hoge, tweejarige plant met gevleugelde, scherpe stekels op stengels.
  • Pagina:
    Spiesmelde — Deze eenjarige soort kan 20 tot 90 cm hoog worden en bloeit van juli tot en met september.
  • Pagina:
    Spurrie — Spurrie bloeit in de periode juni tot september. De plant vormt heel veel kleine witte bloempjes. Spurrie kan tot 40 cm hoog worden.
  • Pagina:
    Stijve klaverzuring — Stijve klaverzuring lijkt erg op klaver, maar behoort niet zoals klaversoorten tot de vlinderbloemigenfamilie, maar tot de klaverzuringfamilie. De bladeren zijn samengesteld en bestaan uit drie delen.
  • Pagina:
    Stinkende gouwe — Stinkende gouwe is een behaarde plant met kenmerkend oranje melksap.
  • Pagina:
    Stippelganzenvoet — Stippelganzevoet is eenjarig en wordt 30 tot 90 cm hoog. Zij bloeit van juli tot en met september.
  • Pagina:
    Straatgras — Lichtgroen gekleurde bladeren zonder beharing.
  • Pagina:
    Tuinbingelkruid - Eenjarig bingelkruid — Ook wel eenjarig bingelkruid genoemd, is een eenjarige plant uit de wolfsmelkfamilie. De plant heeft geen melksap. De plant komt onder andere voor in moestuinen en bloeit van juni tot en met oktober en bij zacht weer de hele winter door.
  • Pagina:
    Tuinwolfsmelk — Deze eenjarige plant wordt ongeveer 7 tot 30 cm hoog en bloeit van juli tot en met oktober.
  • Pagina:
    Uitstaande melde — Een uitstaande melde is lichter groen van kleur dan de melganzenvoet.
  • Pagina:
    Valse kamille — Deze soort is eenjarig, zelden overblijvend. Zij wordt 15 tot 45 cm hoog en bloeit van juni tot en met oktober.
  • Pagina:
    Varen — Varenopslag is soms een probleem in kasteelten. Doordat ze voor een vochtig klimaat aan de stengelvoet zorgen kunnen bodemschimmels toeslaan.
  • Pagina:
    Varkensgras — Het varkensgras is een 5 tot 100 cm brede, éénjarige plant met meestal liggende, vertakte stengels.
  • Pagina:
    Veenwortel — De veenwortel is een 20 tot 100 cm hoge, overblijvende kruipende oeverplant met een watervorm en een landvorm.
  • Pagina:
    Veerdelig tandzaad — Eenjarige, vertakte plant tot 1 m hoog. De stengel heeft vaak een rode gloed.
  • Pagina:
    Veldzuring — Veldzuring is een 30 tot 50 cm hoge, overblijvende plant. De onderste bladeren zijn langwerpig eivormig en pijlvormig met toegespitste naar beneden gerichte lobben.
  • Pagina:
    Vergeet-me-nietje — Er zijn vele soorten vergeet-mij-nietjes. In Nederland komen zeven soorten voor.
  • Pagina:
    Vlasbekje — Het vlasbekje is een tot 50 cm hoge overblijvende plant, meestal onvertakt en dicht bebladerd.
  • Pagina:
    Vogelmuur — Muur of vogelmuur wordt tot maximaal 50 cm hoog en kan grote pollen vormen. Muur heeft witte kleine bloempjes. De stengels zijn aan één zijde behaard.
  • Pagina:
    Vogelwikke — Vogelwikke is een kruidachtige klimplant, die wel tot 2 meter lang kan worden, met geveerde bladeren die aan de top klimranken hebben.
  • Pagina:
    Vroegeling — In plantsoenen en in tuinen kunnen in het vroege voorjaar massaal kleine witte kruisbloemige plantjes voorkomen, waarvan de vroegeling er één is.
  • Pagina:
    Waterpeper — Waterpeper is een 10 tot 30 cm hoge, éénjarige plant met een scherpe pepersmaak.
  • Pagina:
    Wilde haver — Wilde haver of oot is een eenjarige plant en wordt 30 tot 90 cm hoog. Zij bloeit van juni tot en met augustus.
  • Pagina:
    Wilde peen — Wilde peen is een eenjarige tot vaak meerjarige plant met een diepgaande, houtige penwortel. De plant komt vooral voor op warme, droge en lichte leemgronden.
  • Pagina:
    Wilg — Wilgen zijn bladverliezende bomen. De bladeren zijn langewerpig en staan verspreid. De bloemen - wilgenkatjes - groeien uit de zijknoppen van eenjarige takken. De zaden zijn pluizig en worden verpreid door de wind.
  • Pagina:
    Winterpostelein — Winterpostelein komt massaal  voor op  lichte en vochtige zand en veengronden op braakliggende terreinen, erven, tuinen, perceelranden enz.
  • Pagina:
    Witbol — Bladeren en bladscheden met heel zacht aanvoelende beharing begroeid.
  • Pagina:
    Witte dovenetel — De zaadlobben van witte dovenetel zijn zoals bij andere lipbloemigen getand en zijn vrij groot.
  • Pagina:
    Witte klaver — Witte klaver is een plant met liggende, vertakte en onbehaarde stengels.
  • Pagina:
    Witte krodde — Witte krodde wordt 20 tot ongeveer 40 cm hoog en vormt aanvankelijk een rozet met getande bladen. De stengel is enigszins kantig. De hogere blaadjes zijn stengelomvattend. De plant heeft een blauwgroene kleur.
  • Pagina:
    Zachte ooievaarsbek — Ooievaarsbek is een laagblijvende plant met zachtwollige beharing op de bladeren. Op de (meestal liggende) stengels haren van verschillende lengte. Roze bloemen die altijd twee aan twee te vinden zijn.
  • Pagina:
    Zandraket — Zandraket vormt een bladrozet. De plant bloeit van april tot oktober en doet qua bloeiwijze sterk aan het herderstasje denken. De bloeiende plant wordt tot ongeveer 30 cm hoog en maakt een tere indruk.
  • Pagina:
    Zeegroene ganzenvoet —  Zeegroene ganzenvoet kiemt van het voorjaar tot in de late zomer. Het is een eenjarige plant met een sterke penwortel.
  • Pagina:
    Zevenblad — Zevenblad is een woekerende, grote (tot 1 m), overblijvende planten met holle, hoekige stengels heeft vele ondergrondse uitlopers. De planten vormen wortelbladeren, die dubbel drietallig geveerd zijn.
  • Pagina:
    Zilverschoon — Zilverschoon vormt overblijvende planten met rood aangelopen uitlopers tot 80 cm lang. Op de knopen wortelen ze opnieuw. Aan de voet zitten groene, langwerpige steunblaadjes die later bruin verkleuren.
  • Pagina:
    Zwaluwtong — De zwaluwtong is een tot 100 cm hoge, éénjarige plant met dunne, kruipende of slingerde, hoekige stengels. De bladeren zijn gesteeld en langwerpig eivormig tot driehoekig pijlvormig toegespitst.
  • Pagina:
    Zwarte nachtschade — Bladeren met gave bladrand, vrij breed, onregelmatig ovaal. Ze zijn dof donkergroen met donkere nerven en soms een zwarte rand. De stengel heeft korte haartjes, is donker van kleur en sterk vertakt.

  • Geen labels