Rhizoctonia-ziekte - Muscari

Van aanvankelijk goed gegroeide planten vergelen enkele bladeren na de bloei voortijdig. Op de witte ondergrondse delen van de bladeren komen bruine, overwegend langgerekte, streepvormige patronen en rotte plekken voor. 

Het oppervlak van de aangetaste plekjes kan ruw zijn en het weefsel kan daar scheuren; ook kan er een nattig rot ontstaan. Bovengrondse symptomen kunnen worden verward met ‘zwartsnot’. Anders dan bij zwartsnot blijven de bollen bij Rhizoctonia-ziekte overwegend gezond; soms is het weefsel op de grens van bolrok en loofblad iets ingerot en bruin.

Rhizoctonia-ziekte wordt vaak pas tegen eind mei zichtbaar en ontstaat vanuit de grond.

De schimmel groeit bij zeer uiteenlopende temperaturen (5 tot 30°C) en komt in alle grondsoorten voor. De schimmel is bekend als ziekteverwekker van een groot aantal bol- en knolgewassen en van andere gewassen. Zie verder bij tulp.

• De grond behandelen met een fungicide volgens geldende adviezen.