Houtduif - Kool

De meeste schade in vollegrondsgroenten wordt veroorzaakt door de houtduif, maar soms kunnen ook holenduif, verwilderde duiven en Turkse tortels schade geven. Duiven kunnen jonge, maar ook oudere planten kort houden. Ze pikken stukken van de bladeren weg. Het hart wordt niet weggevreten, zodat de plant zich deels nog kan herstellen. Uitwerpselen vervuilen het gewas.

De houtduif kan eigenlijk het hele jaar tot broeden komen, voornamelijk in het voorjaar en de zomer. Een houtduif kan drie legsels per jaar hebben met meestal 2 eieren. Houtduiven maken daartoe rommelige nesten in bomen. Voor hun voedsel bezoeken ze behalve bossen, parken en tuinen vaak ook akkers waar graanresten te vinden zijn of koolplanten. Hoewel zij in het broedseizoen vaak solitair zijn, kunnen ze buiten het broedseizoen in grote groepen worden aangetroffen. De meeste houtduiven in Nederland zijn standvogels, maar een klein deel trekt weg richting Frankrijk en Spanje. In de winter komen er in Nederland ook houtduiven bij uit Duitsland en de Scandinavische landen, een deel daarvan blijft hier tot in april.

Om duivenschade te voorkomen zijn alle vele methoden uitgeprobeerd, met wisselend succes. Het meest effectief is afdekken met netten of vliesdoek, maar dat is kostbaar en kan problemen geven met onkruidbeheersing. Een aantal andere mogelijkheden:

• Bejagen (vergunning nodig)

• Knalapparaten (vergunning nodig)

• Neproofvogels aan masten

• Opstellen nepvossen

• Vlaggen/linten

• Vogelverschrikkers (wennen ze snel aan)

• Opblaasbare vogelverschrikker met sirene. Blaast zich af en toe op met sirenegeluid (Kostbaar)

• Geur/smaakstoffen aanbrengen (weinig succesvol)

De opsomming laat al zien dat niets geheel afdoende is. Afwisselen en combineren van methoden is dan het devies. Verder is het misschien mogelijk de omgeving zo in te richten dat die aantrekkelijk wordt voor roofvogels en vossen, de natuurlijke vijanden van de duiven.