Plantago-asiaticamozaïekvirus PIAMV

Gewas: Lelie

Wetenschappelijke naam: Plantago Asiatic Mosaic Virus (PlAMV)

Groep: Virussen

Infectie van lelie met PlAMV
Dubbelinfectie met PlAMV en LMoV

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Bij een infectie met het plantago-asiaticamozaïekvirus (PlAMV) ontstaan op de onderkant van het blad op de nerven roestachtige vlekken. Op de bovenkant van het blad worden soms grijze of blauw-grijze vlekjes waargenomen.

In een later stadium ontstaat een roestkleurige necrose langs de nerven op de bovenkant van het blad. Het blad is vaak erg bros en breekt gemakkelijk bij het buigen. Wanneer bovengenoemde symptomen optreden, dan is dit meestal aan het einde van de vegetatieve fase (strekking van planten) en vlak voor de vegetatieve fase (bloei).

Het is bekend geworden dat een infectie met PlAMV ook symptoomloos kan zijn. Slechts weinig of geen van de geïnfecteerde planten laat dan bovengenoemde typische symptomen zien. Mogelijk dat optimale groeiomstandigheden ervoor zorgen dat er weinig tot geen virussymptomen worden ontwikkeld.

Bij een dubbelinfectie met de plantenvirussen leliesymptoomloosvirus (LSV) en/of leliemozaïekvirus (LMoV) zijn vaak zeer heftige virussymptomen op het blad zichtbaar en is dwerggroei van planten te zien.

Levenswijze

Levenswijze

Voor de verspreiding van PlAMV is geen vector nodig. Het virus komt vrij via wondjes, of kan worden ‘uit gezweten’. Het virus kan gezonde bollen besmetten via wondjes, maar ook in intacte bollen of wortels kan het virus binnendringen.

PlAMV is een vrij hardnekkige virus dat buiten de plant langere tijd besmettelijk kan blijven. Aanwezigheid van virusdeeltjes in de bodem of in virusbesmette gewasresten kunnen tijdens een nieuwe teelt tot infectie leiden. Tijdens diverse teeltprocessen tot aan de broei kunnen deze beperkte besmettingen via diverse risicovolle handelingen in een partij uitgroeien tot veel hogere percentages.

De waardplantenreeks van PlAMV is breed. Een groot aantal onkruiden en groenbemesters zijn waardplant. In relatie tot lelie worden in deze alternatieve waardplanten lagere virusconcentraties aangetroffen. Het is momenteel onduidelijk welke rol deze onkruiden en groenbemesters spelen bij de instandhouding van virusreservoirs in de bodem.

Maatregelen

Maatregelen

Bedrijfshygiëne is belangrijk om verspreiding van PlAMV binnen en tussen partijen te voorkomen. Vuil en plantenresten wegspoelen met (warm) water en eventueel zeep gebruiken om aankoeken van vuiligheid te voorkomen zijn het belangrijkst en het meest effectief. Middelen met virucide werking (bijvoorbeeld Virkon S) kunnen eventueel ingezet worden om achtergebleven virusdeeltjes alsnog te inactiveren.

Stomen van de grond is toepasbaar bij kasteelt. Voor een goede inactivatie van virus in de grond is het belangrijk dat alle grond voldoende lang voldoende heet is geweest. Het werken met dataloggers voor temperatuurregistraties is daarom aan te bevelen.

Er zijn geen middelen met virucide activiteit bekend die toegepast kunnen worden in de bodem. Een chemische afdoding is daarom niet mogelijk. Omdat er geen vector betrokken is bij de bodemgebonden virusverspreiding hebben nematiciden of fungiciden geen effect op virusreservoirs in de bodem. Een gezond bodemleven en snelle vertering van plantresten heeft daarentegen zeker wel een functionele bijdrage in een effectieve ontsmetting van de bodem. Natte grondontsmetting of toepassing van bodemfungiciden zou daarom misschien juist wel eens averechts kunnen werken bij het bestrijden van virusreservoirs in de bodem.

Meer informatie

Meer informatie

  •