6.2.1.3 Gevolgen van genetische drift (new)
Genetische drift veroorzaakt veranderingen in allelfrequenties, wat resulteert in een toename van de ene frequentie ten koste van de andere. Daarom is de kans groter dat dieren homozygoot worden, vooral voor het allel met de hoogste frequentie. Dus het verlies in genetische diversiteit op populatieniveau heeft gevolgen voor de genetische diversiteit van een individueel niveau. Dieren gaan meer op elkaar lijken. Ondanks dat ze niet veel aan elkaar verwant zijn in de stamboom, zullen ze genetisch verwant raken. Genetische drift vergroot dus het verwantschap tussen dieren en het leidt tot de fixatie van allelen in een populatie.
Dus:
De toevallige verandering in allelfrequentie wordt genetische drift genoemd.
Het toeval heeft te maken met de variatie in Mendelian Sampling van welke allelen doorgegeven worden aan de nakomelingen, maar ook met overleving en hoeveel nakomelingen het dier produceert.
De gevolgen van genetische drift voor de allelfrequenties in de volgende generatie kunnen drastisch zijn, vooral in kleinere populaties.
Genetische drift vergroot het verwantschap tussen dieren.