Roodrot

De vaatbundels kleuren roze bruin onder aan de stengelbasis.

Er kunnen okselknolletjes gevormd worden. De knol gaat verrotten, de ogen krijgen een purperkleur en de doorgesneden knol verkleurt binnen 20 minuten na oxidatie aan de lucht naar zalmroze. De aangetaste knollen ruiken naar terpentine. Ook het loof kan afsterven na aantasting van de wortels.

De oösporen (eisporen) van de schimmel kunnen lang in de grond overleven. Daardoor zijn over het algemeen de gronden waar aardappelen geteeld worden, besmet met Phytophthora erythroseptica. De oösporen in de grond kiemen en de uitlopende zoösporen (zwemmende sporen) infecteren niet alleen de stolonen, maar ook de aardappelknollen via ademopeningen, maar na verwonding bij de oogst.

Om veel roodrot te geven, moet de grond op 10 cm diepte gedurende 10 dagen minstens 20°C blijven bij voldoende vocht in de grond. Veel regen voor de oogst bevordert roodrot. Op de knollen worden sporangia gevormd die direct of indirect (onder de 15°C, via zoösporen) kunnen kiemen.

• Op besmette percelen ruimer dan 1 op 4 aardappelen telen.
• Zorgen voor een goede drainage
• Verwonding van knollen voorkomen

• Zoek binnen Groen Kennisnet naar meer informatie over Roodrot
• Aanvullende informatie over mogelijke bestrijding