Aardappelen
-
Aardappelbladrolvirus —
Bladrol, is een virusziekte, die door bladluizen wordt overgebracht. Bij de verschijnselen wordt onderscheid gemaakt tussen primair ziek en secundair ziek.
-
Aardappelmoeheid —
In het veld herken je zware aantasting van het gewas met aardappelcysteaaltjes aan zogenaamde valplekken. Dit zijn plekken in het gewas, variërend van enkele planten tot enkele tientallen vierkante meters, waar planten in groei achter blijven. Veroorzakers zijn het Geel aardappelcysteaaltje (Globodera rostochiensis) en het Wit aardappelcysteaaltje (Globodera pallida).
-
Aardappelschurft —
Schurft is herkenbaar aan verkurkte oppervlakkige plekjes op de knol.
-
Aardappelspindelknolviroide —
De bladeren in de kop van de plant worden vaak chlorotisch en soms zelfs bronskleurig tot paars. Bij tomaat treedt een meer of minder duidelijke groeiremming op in de kop van de plant . De vruchten kunnen slechter doorkleuren
-
Aardappelvirus X —
De ziekteverschijnselen zijn onder andere afhankelijk van de leeftijd van de plant, het tijdstip van infectie en de temperatuur.
-
Aardappelvirus Y —
Y-virus is ook bekend als bont, oogziekte, stippelstreep, krinkel. Zoals de naamgeving al doet vermoeden kunnen de verschijnselen van Y virus divers zijn. Elk ras en elke virusstam geven weer andere verschijnselen.
-
Aardappelziekte - aardappel —
Phytophthora of aardappelziekte is een ziekte, die in aardappelen enorme schade kan aanrichten. De ziekte, veroorzaakt door de waterschimmel Phytophthora infestans, is in het blad in het groeiseizoen herkenbaar aan de donkere vlekken.
-
Alternaria - Aardappel —
Alternaria is een schimmelziekte, die herkenbaar is aan kleine ronde of rondhoekige vlekken in het blad. De vlekken zijn donker van kleur, variërend van donkergroen tot zwart en worden vaak begrensd door de nerven in het blad, vandaar de hoekige vormen.
-
Bladluizen —
De zwarte bonenluis en de groene perzikluis zijn algemeen voorkomende bladluizen op diverse gewassen.
-
Bruinrot —
Bruinrot is in het veld te herkennen aan verwelking van de bladeren aan de top van een stengel. De verwelking gaat niet gepaard met rollen of samenknijpen van topblaadjes zoals bij een aantal andere ziektes het geval is.
-
Coloradokever —
De volwassen kever is ongeveer 1 cm lang en geelzwart gestreept. De larven worden ook ongeveer 1 cm lang en zijn in een wat ouder stadium oranje rood van kleur met een zwarte kop en drie paar poten.
-
Destructoraaltje - aardappel —
De verschijnselen van een aantasting door destructor-aaltjes zijn vooral ondergronds zichtbaar. Knollen worden via natuurlijke openingen zoals lenticellen en ogen geïnfecteerd.
-
Doorwas —
Doorwas ontstaat in een periode met hoge temperaturen in het gewas en in de bodem. Dat gaat vrijwel altijd gepaard met een droogte.
-
Droogrot - aardappel - Fusarium —
Droogrot wordt veroorzaakt door schimmels behorend tot de fusariumfamilie. De eerste verschijnselen van fusarium aantasting zijn kleine bruine vlekjes op de knol, die langzaam groter worden. De aangetaste plekjes gaan over in droogrot.
-
Gewoon wortellesieaaltje - aardappel —
Pratylenchus-soorten tasten het wortelstelsel van gewassen aan waardoor wortelrot ontstaat. Ze hebben een voorkeur voor lichtere gronden.
-
Groene appelwants - aardappel —
Groene appelwants is in heel Europa een algemeen voorkomend insect met een brede waardplantenreeks. In de zomer komen ze regelmatig voor in gewassen die onder glas worden geteeld zowel in vruchtgroenten als bloemen.
-
Groene knollen —
Groene knollen ontstaan als de ruggen niet goed zijn afgewerkt of als er na zware regenval veel grond van de ruggen is gespoeld. Daglicht veroorzaakt de groenkleuring.
-
Lakschurft —
Rhizoctonia komt op de knol voor in de vorm van zwarte vlekjes. Deze vlekjes bestaan uit propjes droog schimmelpluis of mycelium en worden (pseudo)sclerotiën genoemd.
-
Maiswortelknobbelaaltje - aardappel —
De eerste symptomen van een besmetting met dit aaltje is pleksgewijs achter blijven in groei van het gewas. Op de wortels ontstaan bij een zware aantasting langwerpige knotsvormige knobbeltjes.
-
Naaktslakken —
Er zijn verschillende naaktslakken. Slakkenvraat is herkenbaar aan de rafelige, onregelmatige gaten in het blad vaak met een slijmspoor. Vaak blijven de nerven intact.
-
Netschurft —
Bij het rooien is de ziekte te herkennen aan de typische netvormige verkurkte plekken op de knol.
-
Noordelijk wortelknobbelaaltje —
Het aaltje veroorzaakt in het veld groeiremming, die meestal plaatselijk zichtbaar is. Aangetaste planten hebben worteltjes met kenmerkende knobbeltjes.
-
Phoma of gangreen —
Phoma is een droogrotschimmel, die vooral optreedt in de bewaring van aardappelen.
-
Ringrot —
De symptomen van ringrot treden pas later in het seizoen op. De infectie is herkenbaar aan verwelking van de onderste bladeren, chlorose en vergeling en licht opwaarts rollen van de bladranden.
-
Ritnaalden —
Ritnaalden zijn de tot drie cm lange dunne, harde, geel tot donkergeel gekleurde of koperkleurige larven van de kniptor. Vanwege hun kleur worden deze larven ook wel koperwormen genoemd.
-
Sclerotienrot of rattenkeutelziekte - aardappel —
Sclerotinia is een schimmelziekte met een grote waardplantenreeks.Onder andere erwten en bonen, wortelen, witlof, koolzaad en aardappelen kunnen door deze schimmelziekte aangetast worden.
-
Stengelaaltje - aardappelen —
Stengelaaltjes komen voor op klei, zavelgronden en leemhoudende zand en dalgrond. In het loof is de aantasting herkenbaar aan verkorting en verdikking van stengeldelen. In bladoksels worden soms gallen aangetroffen.
-
Tabaksratelvirus - aardappel —
Het tabaksratelvirus (TRV) kan leiden tot stengelbontverschijnselen in het blad van de aardappelplant en tot kringerigheid in de knol. De bladverschijnselen kunnen zeer variabel zijn van afwisselend lichtere en donkere vlekken tot gele vlekken.
-
Tomatenmineermot —
De Tuta absoluta is een mineermot die vooral bij tomaat, aubergine, paprika en aardappel voorkomt en flinke schade kan geven.
-
Toprol - aardappeltopluis —
Toprol word veroorzaakt door een aantasting van de aardappeltopluis.
-
Vrijlevende wortelaaltjes - aardappel —
In het veld herkent met een aantasting aan onregelmatige plekken, waar afwisselend gezonde en aangetaste planten staan. Op de kiemen ontstaan verkurkte plekjes, die sterk lijken op rhizoctonia-aantasting.
-
Vuilboomluis —
Vuilboomluis komt overal ter wereld voor en veroorzaakt veel economische schade. De luizen zijn 0,9 tot 2,4 mm lang. De kleur is zeer variabel; geelachtig groen, blauwachtig groen, groenachtig zwart of bruinachtig.
-
Wegedoornluis —
De wegedoornluis is tot 2.5 mm groot en een van de bladluissoorten, die in (poot)aardappelen kan voorkomen. Deze bladluis is helder groen tot geelachtig groen.
-
Wratziekte —
Het meest in het oog springend symptoom van wratziekte, zijn de bloemkoolachtige woekeringen, die op vrijwel alle plantendelen kunnen worden gevormd. Deze woekeringen kunnen een grootte tot 10 cm doorsnede bereiken.
-
Zilverschurft —
Zilverschurft is te herkennen aan de zilvergrijs verkleurde vlekken op de knol. Bij een zware aantasting verliezen de knollen veel vocht en verouderen daardoor sneller. Zilverschurft is een bewaarziekte.
-
Zwartbenigheid en stengelnatrot —
Zwartbenigheid en stengelnatrot zijn ziekten met vergelijkbare symptomen. Vaak worden gewassen aangetast door mengvormen van verschillende bacteriesoorten, waardoor het in het veld vaak moeilijk te bepalen is met welke soort men van doen heeft.