Groene appelwants - aardappel
Gewas:Â Sierteelt
Wetenschappelijke naam:Â Lygocoris pabulinus
Groep:Â Insecten
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
Groene appelwants is in heel Europa een algemeen voorkomend insect met een brede waardplantenreeks. In de zomer komen ze regelmatig voor in gewassen die onder glas worden geteeld zowel in vruchtgroenten als bloemen. Groene appelwants is een heldergroen insect van ongeveer 5 mm lang. De eieren zijn moeilijk zichtbaar, omdat ze in de bast van de jonge scheuten worden gelegd. De larven, die de schade veroorzaken, zijn bleek- tot heldergroen. Een larve van groene appelwants loopt sneller dan een bladluis en heeft geen sifonen. De larven zijn vooral te vinden in de scheuttoppen, waar ze ook de zuigschade aanrichten. Vlak voor de bloei komen de eieren uit. De larven steken in de groeipunten en de jongste blaadjes. Deze zuigplekken zijn als kleine bruine vlekjes op het jonge groen te zien. In het eerste en tweede larvestadium worden vooral de groeipunten aangeprikt. In de volgende stadia steken de larven de net gezette vruchtjes aan. Bij het uitgroeien van de vruchten worden hoekige kurkplekjes zichtbaar, vaak meerdere vlekjes bij elkaar op een vrucht. De eieren worden meestal in de broek van de boom afgezet, of op wortelopslag. Daar is meestal ook de meeste schade te vinden. Groene appelwants kan op veel fruitgewassen schade veroorzaken, maar komt ook op andere houtige gewassen voor, zoals els wilg of siergewassen, heester. Ze veroorzaken verdroging van de bloemknoppen, die  in een vroeg stadium de meeste economische schade geeft. Als de knoppen nog nauwelijks zichtbaar zijn prikt de wants in de bloemsteel. De bloem ontwikkelt zich daarna niet verder. In de aangeprikte bladeren in de groeipunten ontstaan kleine gaatjes die later uitgroeien tot grote gaten.Het aantastingsbeeld ziet er op alle gewassen min of meer hetzelfde uit. Bij jong blad zijn kleine bruine puntjes zichtbaar. Bij verder uitgegroeid blad worden de bruine puntjes gaatjes. |
Levenswijze |
---|
De groene appelwants is een schuw, bewegelijk insect. De levenscyclus van wantsen bestaat meestal uit een eistadium, vijf nymfen stadia en een volwassen stadium. Het lichaam is afgeplat. De vleugel overlappen, maar laten een opvallend driehoekig gedeelte (scutellum) van het borststuk vrij. Pas tijdens het vierde nymfen stadium zijn de vleugels goed zichtbaar. Volwassen insecten en nymfen zijn grasgroen van kleur. De nymfen hebben rode ogen, volledig groene poten en de topjes van de antennen zijn oranje. Ze overwinteren op beschutte plaatsen zoals in de bast houtige gewassen, de winterwaardplanten. Als de dagen langer worden en de temperatuur oploopt komen ze uit winterrust. In april, meestal vlak voor de bloei van appel, komen de eieren uit. De larvale ontwikkeling doorloopt vijf stadia. Het vijfde stadium migreert naar kruidachtige planten, waar de laatste vervelling plaatsvindt. Het volwassen insect legt dan eieren op de kruidachtige planten, waarop de tweede generatie tot ontwikkeling komt. Geschikte zomerwaardplanten zijn onder andere aardappel, brandnetel en klein kruiskruid. De volwassen wantsen van de tweede generatie migreren eind augustus, begin september naar houtige gewassen om daar hun eieren af te zetten onder de schors. Het zijn de larven van groene appelwants die de schade veroorzaken aan blad en vrucht. In juni paren ze en leggen de vrouwtjes eieren in de bladstelen van kruidachtige gewassen, de zomerwaardplanten. Juni, juli en augustus zijn de maanden waarin de wantsen het meest actief zijn. Eind augustus zijn alle nymfen volwassen wantsen geworden. Normaal is er maar één generatie in de zomer. In kassen zijn er meerdere generatie per jaar, omdat de insecten zich onder vochtige en warme omstandigheden goed voortplanten en snel ontwikkelen. |
Maatregelen |
---|
Een waarneming aan het voorkomen van groene appelwants is voor de bloei niet uit te voeren, de eieren in de bast zijn vrijwel onvindbaar. Wel kan een fruitteler op basis van aantasting in de voorgaande jaren en de omstandigheden in de voorgaande zomer (veel brandnetels, aardappels op een belendend perceel) een inschatting maken van de risico's. Bij verwachte ernstige aantasting rest niets anders dan preventief een bespuiting uit te voeren. Een andere nuttige maatregel is het vrijhouden van de boomgaard van onkruiden als brandnetel en kruiskruid, kruiden waarop de groene appelwants graag de zomereierenafzet. Insectengaas in de luchtramen kan een aantasting van een gewas onder glas door Groene appelwants verminderen of voorkomen. Signaalplaten kunnen helpen bij het, in een vroeg stadium, waarnemen van de wantsen. Het verwijderen van onkruiden in de omgeving van kassen voorkomt ook een aantasting. De Groene appelwants heeft natuurlijke vijanden, maar die worden niet op grote schaal geproduceerd. Eieren en jonge nymfen kunnen door roofwantsen (Orius spp. en Macrolophus caliginosus) worden gepredeerd, maar of dit een afdoende bestrijding geeft is niet goed bekend. Daarnaast is chemische bestrijding een oplossing. Informatie over chemische gewasbeschermingsmiddelen is te vinden op de site van het CTB (College Toelating Bestrijdingsmiddelen). |
Meer informatie |
---|
|