6.7.1 Additief genetische verwantschap

De additief genetische verwantschap geeft aan welk deel dieren van hun DNA (allelen) identiek hebben omdat zij gemeenschappelijke voorouders hebben. De additief genetische verwantschap kan worden berekend uit de stamboom. Dieren geven de helft van hun allelen door aan hun nakomelingen dus de proportie van de allelen die ouders en nakomelingen delen is 0,5. Met andere woorden: de additief genetische verwantschap tussen een ouder en zijn/haar nakomeling is 0,5. De nakomelingen krijgen de helft van hun allelen van de vader en de andere helft van de moeder, dus hun genoom is een mengsel van de allelen die van beide ouders komen. Wanneer deze nakomelingen zelf nakomelingen krijgen, geven zij weer de helft van hun allelen door aan hun nakomelingen. Welke helft van de allelen wordt doorgegeven aan de nakomelingen is een random (toevals) proces (Mendelian Sampling). Het deel van de allelen dat grootouders en kleinkinderen delen is 0,5 (allelen van de grootouders naar de ouders)*0,5 (allelen van de ouders naar de kleinkinderen), dus 0,25