Bonenvlieg - gladiool

In de ondergrondse, witte schedebladeren bevinden zich rotte plekken en vraatsporen, die tot aan de basis kunnen doorlopen. Soms zijn daarin de vuilwitte maden van de vlieg te vinden. De spruit kan totaal vernield worden.

Hierna loopt meestal een volgende knop uit, die vaak niet meer wordt beschadigd. Als de aantasting zich beperkt tot de buitenste schedebladen, komt de spruit vertraagd op.

Een meestal pleksgewijze, onregelmatige opkomst van gladioleknollen kan duiden op vraatschade door maden van de bonenvlieg. De aantasting komt onder Nederlandse omstandigheden alleen voor bij knollen die voor de bloementeelt in mei of later worden geplant. De bonenvlieg legt, zonder dat waardplanten aanwezig zijn, eieren in verse, losgewerkte grond. De maden voeden zich met verterende plantenresten en tasten levende planten aan, waaronder boon, spinazie, gladiool, iris en freesia.

• De grond na het bewerken direct beplanten en vervolgens  aandrukken of afdekken met plastic.

• Bij laat planten regelbehandeling toepassen met een insecticide volgens geldende adviezen.