Frambozenkever

De frambozenkever wordt aangetroffen in diverse roosachtigen, maar kan vooral schade veroorzaken in framboos en braam. Schade wordt veroorzaakt door de volwassen kever en door de larve. De kever is 4 mm lang, bruin en sterk behaard.

De larve is gelig wit met een bruine kop en drie paar buikpoten en is 6-8 mm lang. De kever vreet bij het verschijnen in mei/juni de bloemknoppen aan, waardoor later kleine misvormde vruchtjes ontstaan. Soms kunnen de bloemen volledig worden weggevreten. De larve richt meestal nog meer schade aan. De eieren worden door de vrouwtjes in de bloemen gelegd. Na ongeveer 10 dagen komen de jonge larven uit de eieren en gaan ze vreten aan de bloembodem. Ze kruipen in de onderste korrels en vreten die helemaal leeg. Ook de wanden van de naastgelegen korrels vreten ze weg. Dit doen ze op het moment dat de vrucht rijpt van groen naar roze. Zo kan het gebeuren dat in de rijpe vrucht een dikke larve wordt aangetroffen. De door larven aangetaste vruchten zijn onverkoopbaar en aantasting leidt dus snel tot economische schade.

De volwassen frambozenkever verschijnt in mei. Na de eerste rijpingsvreterij aan de bloemen vindt paring en eileg plaats. Het vrouwtje legt de eieren in de bloemen van op dat moment bloeiende roosachtigen. Na ongeveer 10 dagen ontwikkelt zich een larve, die de vrucht binnendringt. De larve maakt vier stadia door in de rijpende vrucht. Na het vierde stadium laat de larve zich op de grond vallen en kruipt weg in een zelfgemaakte holte. Daar duurt het nog ongeveer een maand voor hij zich verpopt. Na 5 á 6 weken ontstaat een volwassen kever, maar deze blijft in zijn omhulsel in de grond tot het volgende voorjaar.

Omdat herfstrassen later bloeien, hebben ze minder last van frambozenkever dan zomerrassen. Een maatregel om schade door frambozenkever tegen te gaan is dus het telen van herfstrassen in plaats van zomerrassen.

Door gebruik te maken van gronddoek kan afdaling en verpopping verhinderd worden.

Met behulp van witte vangplaten kan de vlucht van de kevers vastgesteld worden. Voor de bloei kan een bestrijding uitgevoerd worden. Informatie over de beschikbare middelen is te vinden in de gewasbeschermingsgids van de PD of op de digitale Gewasbeschermingskennisbank.