Late bloemknopverdroging - lelie

De aanvankelijk normaal ontwikkelde knoppen worden lichtgroen en verschrompelen enigszins. Reeds kleurende knoppen worden wat flets van kleur. Dergelijke knoppen verdrogen tenslotte geheel; zij vallen gewoonlijk niet af.

De bovenste knoppen van de bloeiwijze verdrogen het eerst. In tegenstelling tot de symptomen van vroege bloemknopverdroging worden symptomen van late knopverdroging gevonden bij normaal groeiende planten. Zij ontstaan op een tijdstip waarop de knoppen al duidelijk zichtbaar zijn.

Late bloemknopverdroging ontstaat waarschijnlijk als gevolg van een tekort aan beschikbare voedingsstoffen. Het wordt veroorzaakt door een verandering in de groeistofbalans van de plant als gevolg van een tekort aan licht.

In Nederland komt late bloemknopverdroging dan ook voor in de maanden november tot en met maart. In deze maanden is de dagelijkse lichtperiode te kort en de lichtintensiteit te gering, waardoor de bloementeelt van veel cultivars niet mogelijk is zonder bijbelichting. Ook bestaat er een duidelijke invloed van de bolmaat; naarmate de bol groter is en meer knoppen per tak worden gevormd neemt de kans op late bloemknopverdroging toe, zelfs wanneer een ruim plantverband wordt gekozen. De temperatuur tijdens de groeiperiode heeft weinig invloed op het optreden van de afwijking.

Er bestaan duidelijke verschillen in gevoeligheid binnen het sortiment.

• Bij de keuze van het planttijdstip goed rekening houden met de lichtbehoefte van de cultivar en de trekduur.

• Voor teelt tijdens de kritieke periode niet te grote bollen gebruiken en plant niet te dicht planten.

• Gezonde bollen met goede wortels gebruiken, zodat de planten gelijkmatig opgroeien.

• Gevoelige cultivars in november tot en met maart bijbelichting geven.