Bladaaltje - Fritillaria
Gewas: Fritillaria
Wetenschappelijke naam:Â Aphelenchoides fragariae en A. ritzemabosi
Groep: Aaltjes
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Aangetaste planten blijven kort en groeien misvormd uit waarbij dergelijke planten niet bloeien. Op de stengel kunnen overlangse bruine verkurkte streken zichtbaar zijn. Ook op de bol kunnen verkurkte strepen zichtbaar zijn. De bladeren van aangetaste planten zijn kort en smal, staan dicht op elkaar en zijn vaak enigszins gedraaid. Tevens kunnen overlangs bruine, ruwe verkurkte strepen te zien zijn, voornamelijk op het ondergrondse deel van de stengel. Op de bladeren kunnen groenwitte, matte vlekjes en strepen ontstaan die gemakkelijk open scheuren. Licht aangetaste bollen zijn al bij het rooien geheel of ten dele lichtgeel. Bij ernstiger aantasting zijn er overgangen naar donkergeel en komen er overlangs smalle bruine strepen voor waarvan het weefsel enigszins ruw is gebarsten. In nog ernstiger gevallen zijn grotere, niet scherp begrensde delen van de bol lichtbruin, iets ruw van structuur en kunnen de bollen bij lange bewaring verdrogen. Verkleuringen blijven voornamelijk beperkt tot die delen van de rokken die elkaar niet bedekken. Bij ernstige aantasting kan ook de binnenkant van de rokken vanaf de randen verkleuren. |
Levenswijze |
---|
Bladaaltjes zijn gevonden in F. imperialis en F. persica. Zonder waardplanten kunnen de aaltjes slechts kort in de grond overleven. Besmetting kan plaatsvinden vanuit andere cultuurgewassen of vanuit onkruiden. Van het aardbeibladaaltje (A. fragariae) zijn meer dan 600 waardplanten bekend, waaronder lelie en enkele algemeen voorkomende onkruiden, zoals herderstasje, muur en klein kruiskruid. Het chrysantenbladaaltje (A. ritzemabosi) kan ook lelie, Colchicum, Eremurus en verscheidene vaste planten zoals pioenen aantasten. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
|
Â