Geelpok en helsvuur - tulp

Gewas: Tulp 

Wetenschappelijke naam: Curtobacterium flaccumfaciens pv. Oortii (Corynebacterium oortii)

Groep: Bacteriën

Helsvuur tulp
Geelpok

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

De opperhuid van de bladeren is aan de boven- en/of onderzijde sterk gescheurd en heeft losgelaten van het daaronder liggende weefsel. Het bladmoes is droog en korrelig en de gescheurde opperhuid krult vaak om.

Het blad ziet er verbrand uit, vandaar de term helsvuur (foto 1). Dit verschijnsel kan op het veld in een nog jong gewas verspreid voorkomen en van de ene op de andere dag zichtbaar worden. Tegelijkertijd kan het bovengrondse gedeelte van het onderste stengellid verdikt en op velel plaatsen overlangs gescheurd zijn (scheurstelen). Dit verschijnsel kan ook los van de eerstgenoemde symptomen voorkomen. Onder koele en vochtige omstandigheden ontstaan op delen van deze aangetaste planten die nog gaaf zijn en op naburige planten die er verder nog normaal uitzien, enigszins zilvergrijze, niet scherp begrensde vlekken. De opperhuid blijkt hier bij aanraking eveneens gemakkelijk te barsten. Het onderliggende weefsel is droog en korrelig. De vlekken kunnen zo groot in aantal zijn, dat het gehele blad grijsgroen gekleurd is. Van zwaar aangetaste planten kunnen de stengels in de basis van de moederbol en in de stengelvoet botergeel zijn.

De bollen die van planten met dergelijke symptomen geoogst worden, zijn gewoonlijk gezond. Bij enkele daarvoor vatbare cultivars kunnen echter kleine, aanvankelijk witte vlekjes ontstaan. De smelten samen tot gele plekken, die zichtbaar worden op de buitenste rok als de bruine huid verwijderd is (geelpok). Het aangetaste weefsel zwelt enigszins op. Vaak vertoont de opperhuid op deze plaatsen kleine scheuren. Op dwarsdoorsnede van zieke bollen zijn de vaatbundels als gele puntjes te zien.

Ernstig aangetaste bollen verschrompelen tijdens de bewaring. Minder zwaar aangetaste bollen geven planten die meer of minder in groei achterblijven. In de bladeren daarvan komen één of meer langgerekte,geelgroene tot zilverachtige strepen voor,die langs de nerven zijn gelegen en waarvan het weefsel opengebarsten kan zijn (foto 2). De zilverkleurige strepen in het blad als gevolg van geelpokaantasting van de bol kunnen later ook bij de broei gevonden worden. Onder die omstandigheden scheurt het weefsel echter zelden. De basis van de bol waaruit dergelijke planten zijn gegroeid, blijkt bij aansnijden altijd botergeel te zijn. Deze planten sterven te velde vaak reeds vóór de bloei af, waarbij de loofbladeren verdrogen.

Levenswijze

Levenswijze

Helsvuur komt alleen te velde voor. Het ontstaan ervan wordt bepaald door nachtvorst, gevolgd door een hoge temperatuur overdag. Herhaaldelijk voorkomen van deze temperatuurwisselingen werkt het ontstaan van blad- en stengelsymptomen in de hand. De bacteriën worden door regen en wind verspreid vanuit planten die zijn gegroeid uit bollen met symptomen van geelpok en uit planten met scheurstelen en helsvuur. Ook vindt verspreiding plaats tijdens het spoelen van de bollen na de oogst en tijdens de ontsmetting met alleen schimmeldodende middelen.

Maatregelen

Maatregelen

  • Zoveel mogelijk de invloed van nachtvorst proberen te voorkomen door bijvoorbeeld laat te planten en/of het plantgoed warm te bewaren, zodat de opkomst wordt vertraagd.

  • bollen met geelpok uit het plantgoed verwijderen.

  • Partijen waarin helsvuur of geelpok is waargenomen als laatste ontsmetten en verwerken om besmetting van andere partijen te voorkomen.

Meer informatie

Meer informatie

  •