Oortjesziekte
Gewas: Rhododendron en Vaccinium
Wetenschappelijke naam: Exobasidium japonicum
Groep: Schimmels
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
De ziekte dankt de naam oortjesziekte aan het feit dat de bladeren opgezwollen en gekromd uitgroeien. In een later stadium worden de misvormde bladeren bedekt met wit poeder. Kenmerkend zijn de bladverdikking en de kromming van het blad waarbij de randen naar boven gekeerd zijn. De opzwellende bladeren gaan er bleekgroen en glazig uitzien. Het laatste is het gevolg van het ontbreken van intercellulairen in het verdikte blad. Bij Rhododendron zijn de bladeren bovendien roodachtig verkleurd. Later zijn de bladeren wit bepoederd door sporen die door de schimmel aan het bladoppervlak zijn geproduceerd. Nog later verdrogen ze en worden ze brui. Tenslotte vallen ze af. De ziekte komt in verschillende maten van hevigheid voor. Soms is slechts een enkel blad of slechts een deel ervan aangetast. Daarnaast kunnen ook alle bladeren van een scheuttop misvormd zijn. Deze vormen dan met elkaar een min of meer bolvormige rozet. Ook uitlopende bloemknoppen kunnen door de schimmel worden aangetast. Ze veranderen in een onregelmatige gal met een witte glans. Bij een zware aantasting worden struiken gedeeltelijk ontbladerd en gaan er veel bloemen verloren. |
Levenswijze |
---|
De schimmel overwintert als spore op takken en knopschubben. In het voorjaar ontkiemen de sporen en dringt de schimmel het weefsel van uitlopende bladeren en bloemen binnen. Er wordt een mycelium gevormd in de intercellulaire ruimtes. De schimmel induceert vele celdelingen in het sponsweefsel (onderste helft blad). Doordat de nieuwe cellen zich bovendien abnormaal vergroten, groeit het blad sterk misvormd uit. In de zomer worden door het mycelium dichtbij het bladoppervlak basidia gevormd. Deze groeien tussen de cellen door naar buiten. Op de basidia verschijnen de gesteelde basidiosporen. De schimmel behoort tot de naakte steeltjeszwammen, een primitieve groep binnen de Basidiomycetes, waarbij de basidia niet in een vruchtlichaam gevormd worden, maar verspreid over het aangetaste weefsel. Er worden zeer veel sporen geproduceerd die door water of door luchtbeweging veroorzaakt door wind, mens of dier verspreid worden. Infectie van plantenweefsel vindt pas weer in het voorjaar plaats. De schimmel kan n.l. alleen jonge plantendelen binnendringen. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|