Krokusknolaaltje - Allium
Gewas: Allium
Wetenschappelijke naam:Â Aphelenchoides subtenuis
Groep: Aaltjes
Â
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Herkenning |
---|
Geruime tijd na de oogst ontstaat op de plaats waar de wortelkrans te voorschijn komt een grijsachtige verkleuring waarna de bolbodem inzakt, open scheurt en de bol meestal verloren gaat. Vanuit de grijsachtige verkleuring bij de wortelkrans ontwikkelt zich in de buitenste rok een rot waarvan de kleur varieert van licht rozebruin tot diep kastanjebruin. Bij het uitgroeien van spruit en wortelkrans tijdens de bewaring laat de buitenste rok van aangetaste bollen los van de basis en puilt het inwendige van de bol als het ware naar buiten. Op de door aaltjes beschadigde plaatsen worden de bollen vaak door Penicillium aangetast, waardoor de bollen spoedig te gronde gaan. Wees bij uitval tijdens de bewaring met Penicillium bedacht op een aaltjes besmetting. Op het veld komen zwaar aangetaste bollen niet op of zij vormen een zwakke plant. |
Levenswijze |
---|
Krokusknolaaltjes kunnen in afwezigheid van waardplanten 1 Ã 2 jaar in de grond in leven blijven. Het aaltje is met name gevonden bij Allium giganteum en A. aflatunense maar komt ook in andere soorten voor. Krokus is verreweg de belangrijkste waardplant van dit aaltje. Verder zijn aantastingen bekend bij narcis, bepaalde soorten van tulp, Camassia, Chionodoxa, Colchicum, Erythronium en Gloriosa. Een warmwaterbehandeling is effectief om het aaltje te doden mits de behandeling kort na het rooien wordt uitgevoerd. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
|
Â