Dopluis - gewone dopluis

Gewas: Diverse gewassen

Wetenschappelijke naam: Parthenolecanium corni

Groep: Insecten

Eulecanium corni, imago, oude en jonge luizen op Prunus
Knobbeldopluis (Eulecanium bituberculatum), ei, inhoud van een dop

 

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Licht- tot donkerbruine luizen, Ø 6 mm, bolvormige schilden, vast op de huid. Dopluizen zuigen sap uit de plant. Aangetaste planten groeien minder goed. Ze produceren veel honingdauw waarop zich de roetdauwschimmel ontwikkelt waardoor de bladeren zwart worden. Zelfs een lichte aantasting kan al zorgen zijn voor een plakkerig gewas. Dopluizen kunnen op bladeren, (blad) stelen, stengel en stam voorkomen. Kleine stadia zijn lichtbruin tot groengeel van kleur en vallen vaak nauwelijks op. De grotere stadia zijn vaak duidelijker zichtbaar.

Het gewas kan verwelken, verdrogen en tenslotte afsterven. Verwarring is mogelijk met schild- en wolluizen. Bij schildluizen zitten de schilden los op het insect, deze zijn plat en verschillend van vorm. Bij wolluis ontbreekt het schild, de roze luizen bedekken zich met witte poederachtige wasdraden. De luizen kapselen zich min of meer in. N.B.: Let op sporen van varens; hier is geen sprake van dop- of schildluis.

Levenswijze

Levenswijze

Dopluizen worden beschermd door bolvormige schilden, dat uit een wasachtige laag bestaat. Schilden zitten vast op de huid. Ze zijn licht- tot donkerbruin van kleur. Onder het wasvormig schild worden de eieren afgezet. Het rugschild is bolvormig.In het jeugdstadium verplaatsen de geelgroene larven zich, naar de onderkant van bladeren. Later zuigen zich vast op een definitieve plaats op houtige delen van het gewas. Er is een generatie per jaar.

Maatregelen

Maatregelen

  • Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken

  • Zorgen voor goede groeiomstandigheden

  • Het inzetten van natuurlijke vijanden

Meer informatie

Meer informatie

  •