Bladluizen - lelie

Van aangetaste planten zijn de onderste loofbladeren normaal uitgegroeid. De bovenste bladeren krullen in een jong stadium om en worden misvormd (foto). De luizen leven alleen op jonge bladeren en dan voornamelijk op de onderzijde daarvan.

Meestal worden ook de jonge knoppen beschadigd, zodat daarop groene vlekjes ontstaan en de bloemen later soms misvormd zijn en (vooral bij witte cultivars) ten dele groen blijven. De aantasting komt pleksgewijs voor.

Bladluizenkolonies kunnen ernstige schade aan lelieplanten veroorzaken. Verscholen in het binnenste jongste deel van de spruiten blijven zij lange tijd onopgemerkt. Vliegende bladluizen kunnen bovendien schade veroorzaken doordat zij virussen overbrengen.

Er worden verscheidene luizensoorten op lelies aangetroffen o.a. in de kas Aulacortum circumflexum (Buckt.). Te velde komt de katoenluis (Aphis gossypii Glover) pleksgewijs voor op de onderzijde van de bladeren waardoor de plant geheel kan afsterven.

Te velde

• Ter bestrijding van directe gewasbeschadiging de bollen vóór het planten dompelen in een insecticide volgens geldende adviezen of na april gewasbespuitingen met insecticiden uitvoeren volgens geldende adviezen;

• Voor de bestrijding ter beperking van virusoverdracht vanaf het moment dat het gewas boven de grond staat en de temperatuur hoger is dan 15°C om de 5 dagen of wekelijks bespuiten tot begin augustus met een minerale olie in combinatie met een insecticide volgens geldende adviezen.

In de kas

• Preventief vóór het begin van de teelt het onkruid vernietigen, omdat daarop vaak luizen voorkomen;

• Gewasbespuitingen met insecticiden uitvoeren volgens geldende adviezen.