Groene eikenbladroller

De jonge lichtgroene rupsen met een zwarte kop vreten aan de knoppen en later in mei worden de uitgelopen bladeren geskeletteerd. Aangevreten knoppen en bladeren worden aaneen gesponnen tot grote spinsels. Bomen kunnen kaal worden gevreten.

Als gevolg van de vreterij wordt de groei vertraagd. Bij gebrek aan voedsel worden andere gewassen zoals struiken maar ook coniferen aangetast. Als de kaalvraat zich vaak herhaald kunnen bomen sterven.

De eieren komen in het voorjaar uit, voordat de knoppen uitlopen. De rupsen vreten aan de knoppen en later aan de bladeren. De aangevreten knoppen en bladeren worden samengesponnen tot grote spinsels. Rond 1 juni gaan de rupsen verpoppen in samengesponnen bladeren of bij kaalvraat in schorsspleten. Vanaf juni zijn volwassen exemplaren. De eieren zetten ze af op de twijgen vooral bij de knoppen.

• Minder vatbare (resistente) soorten of rassen gebruiken.

• Zorgen voor goede groeiomstandigheden.

• Natuurlijke vijanden zoals sluipwespen, roofkevers en vogels sparen of inzetten.

• Chemische bestrijding met selectieve middelen, zie Gewasbescherminggids van de PD of de digitale Gewasbeschermingkennisbank.