Lakschurft

Gewas: Aardappel

Wetenschappelijke naam: Rhizoctonia solani

Groep: Schimmels

Lakschurft, aantasting op de knol
Aangetaste knollen
Krielnest, bovengrondse knolvorming
Witte manchet aan de stengelvoet

Klik op de afbeelding voor een vergroting.

 

Herkenning

Herkenning

Rhizoctonia komt op de knol voor in de vorm van zwarte vlekjes. Deze vlekjes bestaan uit propjes droog schimmelpluis of mycelium en worden (pseudo)sclerotiën genoemd. Als een met Rhizoctonia aangetaste knol wordt gepoot, groeien vanuit de sclerotiën schimmeldraden naar de kiemen van de knol. In sommige gevallen is de kiem al door de schimmel aangetast, voordat hij tot ontwikkeling komt. Een verschijnsel van pootgoed met Rhizoctonia aantasting is dan ook een slechte en onregelmatige opkomst. Scheuten, die zijn aangetast door rhizoctonia, vertonen lesies, dat zijn verzonken en aangetaste plekjes op de ondergrondse stengeldelen. Ook na bovenkomst kunnen scheuten nog wegvallen. Doordat de schimmel de vaatbundel systemen van de plant aantast, komt de vochtvoorziening van de plant in gevaar en reageert de plant met het vouwen van de topblaadjes.

Ondergronds raken tijdens de knolvormingsfase stolonen verstopt. De plant kan hierdoor zijn assimilaten niet kwijt en reageert met vorming van nieuwe stolonen . Ook deze stolonen kunnen weer verstopt raken. Het uiteindelijke gevolg is, dat er veel kleine aardappeltjes worden gevormd. Aan dit verschijnsel dankt rhizoctonia de naam "kleine aardappeltjes ziekte". Bij flink aangetaste planten heeft dat zgn. krielnesten tot gevolg. Ook de groei van knollen wordt door de schimmel verstoord. Hierdoor ontstaan groeischeuren en gaatjes in de knollen. Andere verschijnselen van rhizoctonia zijn de vorming van bovengrondse knollen en het ontstaan van witte schimmelmanchetten aan de plant.

Samengevat geeft rhizoctonia:
  • Minder opbrengst

  • Een slechte sortering; veel kleine knollen, knollen met groeischeuren en groene knollen.

  • Slechte opkomst na het poten

  • Declassering van pootgoed.

Levenswijze

Levenswijze

De schimmel blijft over in de grond en kan dus vanuit de grond een plant infecteren. Aangezien veel mycelium in de wintermaanden verloren gaat, is de ziektedruk vanuit de grond aan het begin van het groeiseizoen laag. Als er echter gebruik gemaakt wordt van pootgoed, dat zwaar met Rhizoctonia is bezet, dan wordt de ziektedruk in de directe omgeving van de knollen vergroot. Tijdens het groeiseizoen 'kruipt' de schimmel op de knollen, vanuit de grond of vanuit aangetaste plantendelen en vormt weer sclerotiën op de knollen. Dit proces gaat ook door na loofdoding . Bij pootgoed is het dan ook zaak na loofvernietiging op gevoelige gronden niet te lang te wachten met het rooien van de aardappelen.

Over het algemeen komt de ziekte meer voor op lichte zand- en zavelhgronden dan op klei- en leemhoudende gronden. Bovendien is Rhizoctonia minder problematisch op percelen met een hoog organische stofgehalte. Rhizoctonia solani komt niet alleen voor op aardappel, maar ook op andere gewassen voor zoals andijvie, boon, tarwe, tulp, suikerbiet en bloemkool. Op ieder gewas komt meestal een eigen type voor dat niet schadelijk is voor andere gewassen. Rhizoctonia solani AG3 heeft alleen aardappel als waardplant.

Maatregelen

Maatregelen

  • Poot blank pootgoed.

  • Poot niet te vroeg, de aardappelplant ontwikkelt zich in een koudere grond langzamer en de schimmel krijgt meer gelegenheid de ondergrondse delen aan te tasten.

  • Poot niet te diep. Hoe langer de opkomst duurt, des te meer kans is er op aantasting.

  • Op gevoelige gronden lang wachten met het aanaarden of aanfrezen van de bedden. In niet aangeaarde bedden is de temperatuur hoger en ontwikkelt de plant zich sneller.

  • Looftrekken in plaats van doodspuiten. Bij looftrekken wordt een groot deel van de knollen en stolonen van elkaar gescheiden en wordt voor een deel voorkomen dat de schimmel knollen besmet.

  • Aardappelen zonder grond inschuren. Tijdens de bewaring gaat de besmetting van knollen vanuit meegevoerde grond door.

  • • Veelvuldig telen van groenbemesters stimuleert het bodemleven en draagt daarmee bij aan de afname van Rhizoctonia solani.

Meer informatie

Â