Duponchelia rups
Gewas:Â Siergewassen, Potplanten
Wetenschappelijke naam:Â Duponchelia fovealis
Groep:Â Insecten
Klik op de afbeelding voor een vergroting.
Â
Herkenning |
---|
De vlinder komt sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw in Nederland voor. De vlinders/motten zijn licht- tot donkerbruin. Op de vleugels is een witte kronkelende lijn zichtbaar. Het opvallend lange achterlijf staat omhoog gebogen. De vleugelspanwijdte is 9 tot 12 mm. De vlinders/motten kunnen goed vliegen en verspreiden zich daardoor goed in een gewas. De rupsen vreten aan allerlei gewassen en veroorzaken daardoor veel schade in siergewassen o.a. potplanten (Kalanchoë, Cyclamen, Begonia). De rupsen kunnen zich invreten in de stengel en zijn te vinden op vochtige plaatsen, voornamelijk onderin het gewas of in te hart van de plant. Vaak ook op afstervend organisch materiaal op de grond. In potplanten kunnen ook de wortels worden aangevreten. |
Levenswijze |
---|
De vrouwtjes zetten de eieren vaak onderin het gewas af. De kleur van de eieren is roze-rood en ze worden in groepjes afgezet aan de onderkant van de bladeren op of bij de nerven aan de stengelbasis. Na circa 8 dagen komen de rupsen uit het ei. Ze zijn 20 tot 30 mm lang en roomwit van kleur met een donkere kop en bruine schildjes op het lichaam. Na ongeveer vier weken zijn de rupsen volgroeid en gaan verpoppen. Het popstadium duurt één tot twee weken. De levenswijze van de rupsen verschilt echter sterk van die van andere rupsen doordat ze zich ophouden diep verborgen/verscholen in een gewas en niet of nauwelijks op de bladeren. |
Maatregelen |
---|
|
Meer informatie |
---|
Â