Tabakstrips

Tabakstrips komt over de hele wereld voor en heeft brede waardplanten reeks. Buiten de kas komt de trips voor op katoen, tabak, prei en ui. In de kas op komkommer, paprika, aubergine, roos, chrysant, gerbera, anjer, enz.

Trips tabaci is pas een probleem geworden sinds in kassen en elders veel minder breedwerkende insecticiden worden toegepast.

Tripsen zijn zeer kleine, langwerpige insecten met een lengte van slechts 1- 1,5 mm. Ze hebben twee paar vleugels met lange franjeharen.

T. tabaci bevindt zich vooral langs de grote nerven. Tripsen hebben een korte snuit waarmee ze groepjes bladcellen leegzuigen aan het oppervlak van een blad. Deze cellen zijn zichtbaar als zilverkleurige vlekjes. De uitwerpselen van de tripsen zijn terug te vinden als donkergroene stippen op en rond de vlekjes. Aan bloemen is de schade opvallender. Op bijvoorbeeld rode bloemen ontstaan witte vlekken.

Tabakstrips kan virussen overbrengen.

De levenscyclus van Tabakstrips bestaat uit een ei stadium, 2 larve stadia, een voorpop en een pop stadium en het volwassen stadium. De eieren worden afgezet in het bladweefsel. De jonge larven zijn ongeveer 0,5 mm lang en licht van kleur tot vrijwel wit met een kop met felrode ogen. De oudere larven zijn lichtgeel tot geelgroen en circa 0,8 mm lang.

Tripsen verpoppen in de grond of op donkere, beschermde plaatsen (bv tussen plooien van het plastic folie bij substraatteelten).

Mannetjes zijn zeldzaam. Ze zijn kleiner dan de vrouwtjes en hebben geen vleugels. De voortplanting zal over het algemeen ongeslachtelijk plaatsvinden. De vrouwtjes leggen 2 - 5 eieren per dag bij een temperatuur van 25ºC. Gedurende haar hele leven legt ze in totaal 70 - 100 eieren.

De populatieontwikkeling is afhankelijk van de temperatuur. Bij 11,5ºC staat de ontwikkeling stil. Bij 25ºC is de ontwikkelingsduur van ei tot volwassen trips 13 dagen (gemeten op komkommer).

Tabakstrips kan zowel met chemische middelen als met natuurlijke vijanden (biologisch) worden bestreden. Daarvoor zijn verschillende roofmijten en roofwantsen beschikbaar. Daarnaast kunnen tripsen worden bestreden met insectenpathogene schimmels, zoals Verticillium lecanii. Andere insectenpathogene schimmels kunnen van nature in het najaar spontaan optreden en een tripspopulatie sterk onderdrukken.

Het ophangen van signaalplaten en het controleren van het gewas voorkomt een ernstige aantasting door trips.

• Ken en herken de tripsen in je gewas : Tripsherkenningskaart, Wageningen University & Research 2021